De nootwaarden moet je kennen, en worden ook gevraagd.
Je begint met een open bolletje (hele noot, vier tellen)
Je maakt er een stok aan (halve noot, twee tellen)
Je kleurt het bolletje in (kwart noot, één tel)
Je maakt er een vlaggetje aan (achtste noot, halve tel)
Je maakt er nog een tweede vlaggetje aan (zestiende noot, kwart tel)
Achtsten en zestienden kunnen ook aan elkaar.