Grote kennis quiz

1 / 35
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Spelregels
- Iedereen werkt in tweetallen
- Aan het begin krijg je 12 chocolaatjes
- De quiz bestaat uit 33 vragen
- Geef je een goed antwoord, dan hoef je niets te doen
- Geef je een fout antwoord, dan geef je een chocolaatje aan de team die het goed heeft.
- Hebben alle teams het fout, dan lever je een chocolaatje in bij de juf.

Slide 2 - Slide

Bij het tanken van een motorboot komt wat benzine in het water. Er ontstaat een gekleurde kring op het water. Wat voor mengsel is water en benzine?
A
Emulsie
B
Oplossing
C
Suspensie
D
Tweelagensysteem

Slide 3 - Quiz

Waardoor drijft de benzine op het water?

Slide 4 - Open question

Door de benzinevlek met wasmiddel te besproeien, verdwijnt de vlek. Wat is de functie van het wasmiddel?
A
Oplosmiddel
B
Sproeimiddel
C
Emulgator
D
Extraheer-vloeistof

Slide 5 - Quiz

De rook van dieselauto's is slecht voor het milieu. Deze auto's hebben daarom een roetfilter dat roet uit de rook tegenhoudt. Hoe heet de scheidingsmethode?

Slide 6 - Open question

De rook van dieselauto's is slecht voor het milieu. Deze auto's hebben daarom een roetfilter dat roet uit de rook tegenhoudt. Welke stof is het residu?

Slide 7 - Open question

De rook van dieselauto's is slecht voor het milieu. Deze auto's hebben daarom een roetfilter dat roet uit de rook tegenhoudt. Op welke stofeigenschap berust deze scheidingsmethode?

Slide 8 - Open question

Op welke stofeigenschap berust indampen?

Slide 9 - Open question

Hoe wordt nummer 2 genoemd? (glaswerk)

Slide 10 - Open question

Hoe wordt nummer 4 genoemd?

Slide 11 - Open question

Om zout uit het water te halen, wordt het water verdampt. Hoe heet deze scheidingsmethode?

Slide 12 - Open question

Hoe wordt nummer 6 genoemd? (glaswerk)

Slide 13 - Open question

Hoe wordt nummer 6 genoemd? (vloeistof)

Slide 14 - Open question

Hoe wordt nummer 2 genoemd? (vloeistof)

Slide 15 - Open question

Welk begrip past bij de koffie in het kopje?
A
Bezinksel
B
Filtraat
C
Residu
D
Neerslag

Slide 16 - Quiz

Wat is de functie van nummer 4?

Slide 17 - Open question

Hoe noemen we deze scheidingsmethode?

Slide 18 - Open question

Voor welk soort mengsel kan je dit gebruiken?

Slide 19 - Open question

Wat is de functie van beluchten?
A
Dan smaakt het water beter
B
Om de bacteriën toe te voegen
C
Om bacteriën te doden
D
Om zuurstof toe te voegen voor bacteriën

Slide 20 - Quiz

Er ontstaat op meerder plaatsen slib. Met welke scheidingsmethode wordt die eruit gehaald?

Slide 21 - Open question

Op welke stofeigenschap berust bezinken?

Slide 22 - Open question

Hoe heet deze scheidingsmethode?

Slide 23 - Open question

Wat is de rol van het water bij papier chromatografie?
A
Stationaire fase
B
Mobiele fase
C
Oplosmiddel

Slide 24 - Quiz

Bij chromatografie: Als een stof goed oplost in de mobiele fase eindigt hij .... op het chromatogram
A
hoog
B
laag

Slide 25 - Quiz

Bij chromatografie: Als een stof goed hecht aan de stationaire fase eindigt hij .... op het chromatogram
A
hoog
B
laag

Slide 26 - Quiz

Op welke stofeigenschappen berust chromatografie?
A
oplosbaarheid en kookpunt
B
aanhechtingsvermogen en oplosbaarheid
C
kookpunt en aanhechtingsvermogen
D
deeltjesgrootte en oplosbaarheid

Slide 27 - Quiz

Bij (papier)chromatografie hebben stippen hoog op het chromatografiepapier meer affiniteit met de
..(1).. fase, terwijl stippen laag op het papier meer affiniteit hebben met de ..(2).. fase
A
(1) mobiele (2) stationaire
B
(1) stationaire (2) mobiele
C
(1) mobiele (2) mobiele
D
(1) stationaire (2) stationaire

Slide 28 - Quiz

3. Welk adsorptiemiddel word er vaak gebruikt?
A
Broom
B
CO2
C
H2O
D
Actieve kool

Slide 29 - Quiz

Hoe kun je het adsorptie-
middel + geadsorbeerde stof
uit de suspensie halen?
A
Extraheren
B
Destilleren
C
Ontleden
D
Filtreren

Slide 30 - Quiz

Welke soort(en) mengsels kun je scheiden met adsorptie?
A
oplossing
B
emulsie
C
suspensie
D
geen van deze mengsels

Slide 31 - Quiz

Als de blauwe kleur uit spiritus wordt geadsorbeerd, wat is dan het adsorptiemiddel?
A
Spiritus
B
De blauwe kleur
C
Norit
D
Koolstof

Slide 32 - Quiz


Er zitten twee stipjes op het chromatogram. 
Dit zijn butanal en butaan-1-ol.
Welke stof heeft de grootste Rf waarde? 
hexaan

Slide 33 - Open question

Waar of niet waar?
De Rf-waarde is een getal tussen 0 en 1.

Slide 34 - Open question

De afstand van de startlijn tot de blauwe stip is 2,1 cm. Bereken de Rf-waarde.

Slide 35 - Open question