Uitdrukkingen

lesdoel
Ik leer de betekenis van
tien uitdrukkingen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

lesdoel
Ik leer de betekenis van
tien uitdrukkingen.

Slide 1 - Slide

een koud kunstje
     iets dat je makkelijk kunt doen

Omdat ik goed kan klussen is een vogelhuisje maken voor mij een koud kunstje.

Slide 2 - Slide

hemel en aarde bewegen
  alles inzetten om je doel te bereiken

Ik heb hemel en aarde bewogen om de basgitaar te krijgen.

Slide 3 - Slide

in de wolken zijn
 ergens heel blij mee zijn


Ik was helemaal in de wolken met mijn nieuwe spelcomputer.

Slide 4 - Slide

in het duister tasten

iets nog niet weten




Ik tast in het duister.

Slide 5 - Slide

in het holst van de nacht

midden in de nacht



In het holst van de nacht ging ik stiekem naar beneden.

Slide 6 - Slide

in weer en wind
doorgaan ook al zit het tegen



In weer en wind de brand weer gaat altijd door ook al zit het tegen.

Slide 7 - Slide

een daverend succes
een heel groot succes


De inzamelingsactie was een daverend succes.  ZWe hebben meer dan €50.000,- euro ingezameld.

Slide 8 - Slide

 gefopt worden
      ergens intrappen.

Ik schrok me rot toen de spin uit het doosje kwam. Ik ben gefopt want het was een nep spin.

Slide 9 - Slide

DE DRAAK MET IEMAND STEKEN
iemand plagen


Op 1 april heb ik de draak met mijn moeder gestoken. Ze trapte er lekker in.

Slide 10 - Slide

voor niets gaat de zon op
niets gaat vanzelf



Ik werk heel hard om geld te verdienen. Ik moet wel want voor niets gaat de zon op.

Slide 11 - Slide

Wat is de betekenis van ergens in trappen?
A
Je gaat in de poep staan
B
Er wordt iets van je afgepakt
C
Je wordt voor de gek gehouden
D
Je hebt heel hard gefietst

Slide 12 - Quiz

Wat is de betekenis van: Hemel en aarde bewegen
A
Zo hoog mogelijk op en neer springen
B
Heel erg je best doen
C
Een aardbeving
D
Donder en bliksem

Slide 13 - Quiz

Wat is de betekenis van: In het duister tasten?
A
Voelen waar je loopt in het donker
B
Je hebt een blinddoek om
C
Je bent verdwaald
D
Je weet iets nog niet

Slide 14 - Quiz

Aan de slag!
Maken les 11b 

Ben je klaar dan 20 in het plusje

Werkpakket

Slide 15 - Slide