2R8C bijvoeglijk naamwoord en schrijven in fasen 1F-2F NuN

Les Nederlands 2R8C
1. eigen leerdoelen  schrijven
2,.bijvoeglijk naamwoord
3. schrijven in fasen
4. opdracht dagverslag
1 / 56
next
Slide 1: Slide
Nederlands voor anderstaligenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 56 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les Nederlands 2R8C
1. eigen leerdoelen  schrijven
2,.bijvoeglijk naamwoord
3. schrijven in fasen
4. opdracht dagverslag

Slide 1 - Slide

Wat moet jij vooral oefenen bij schrijven (leerdoelen)?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

bijvoeglijk naamwoorden bij stoel. De .... stoel

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

ik ben naar een ..... stad geweest
A
bijzonder
B
bijzondere

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat is goed: de ...... trui (van wol)?
A
wol
B
wolle
C
wollen
D
wolen

Slide 15 - Quiz

De houten kast.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wat is goed? Een .... meisje
A
vrolijk
B
vrolijke

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

huiswerk bespreken
Boek B blz. 166

Slide 23 - Slide

opdracht 1 blz.166
het grote bedrijf
de lange weg
het leuke gesprek
het handige apparaat
de spannende film
de nieuwe bewoner
het lastige klusje
het belangrijke besluit
opdracht 1
een groot bedrijf
een lange weg
een leuk gesprek
een handig apparaat
een spannende film
een nieuwe bewoner
een lastig klusje
een belangrijk besluit

Slide 24 - Slide

Hoeveel had je er fout?
A
niet gemaakt
B
minder dan 2
C
3 tot 5
D
meer dan 5

Slide 25 - Quiz

Opdracht 2 doen we mondeling

Slide 26 - Slide

opdracht 3
1. messen - bot
2 gezond gewicht
3.haar = blond
4. kandidaat - geschikt
5. onbeleefd
6. beperkt

Slide 27 - Slide

huiswerk voor na de vakantie:
opdracht 4 op blz. 167.

extra voor als je moeilijk wil oefenen: opdracht 5 en 6

Slide 28 - Slide

Nieuw onderwerp: Schrijven in fasen (in stappen)
fase 1 de voorbereiding
fase 2 de uitvoering
fase 3 de afronding

Slide 29 - Slide

schrijven in fasen
fase 1 de voorbereiding
1 bedenk een onderwerp (thema)
2 noteer de bijbehorende woorden (in een woordveld)
3 maak groepjes van de woorden
4 bepaal je tekstdoel en de tekstsoort
5 verzamel je bronnen >>>
6 maak een schrijfplan met de indeling (begin, midden, slot)
                                                           deelonderwerpen
                                                           steekwoorden

Slide 30 - Slide

schrijven in fasen: fase 1 de voorbereiding
1. het onderwerp
bijvoorbeeld:
make-up     muziek      onderwijs       kleding

oude mensen            peuters          huisdieren

leesboeken       films     auto's        bomen



Slide 31 - Slide

oude mensen

Slide 32 - Mind map

schrijven in fasen: fase 1 de voorbereiding
voorbeeld woordveld bij onderwerp 'oude mensen'

   activiteiten  ziek                             bezoek
        interessant                         medicijnen
grijs                                                verhalen
     respect   
rollator     doof    koud   alleen          welzijn
Oude mensen

Slide 33 - Slide

schrijven in fasen: fase 1 de voorbereiding
3. groepjes woorden uit het woordveld bij 
het onderwerp 'oude mensen'

ziek                interessant      grijs          alleen
medicijnen      verhalen          doof          bezoek
                                            rollator      welzijn
                                            koud         activiteiten

Slide 34 - Slide

schrijven in fasen: fase 1 de voorbereiding
4. tekstdoel       en tekstsoort

amuseren              de advertentie
informeren            het informatieve artikel
instrueren              de instructie
overtuigen             het verslag

Slide 35 - Slide

woordenschat: 
bron = waar iets vandaan komt, de oorsprong
de bron
letterlijk                                             figuurlijk
                           de oliebron        de inspiratiebron
               de waterbron                 de kennisbron
                                                   de informatiebron
                                                   de energiebron

Slide 36 - Slide

schrijven in fasen: fase 1 de voorbereiding
5 de bron(nen): waar haal je de informatie vandaan?

- interview met een oudere 
              of met medewerker van een zorgcentrum
- internet (tekst of filmpje)
- studieboek

Slide 37 - Slide

schrijven in fasen: fase 1 de voorbereiding
6: het schrijfplan
onderdeel
alinea
(deel)onderwerp en steekwoorden
inleiding
1
onderwerp: oude mensen
steekwoorden: kenmerken - gezondheid - welzijn

midden= kern
2
deelonderwerp: kenmerken
steekwoorden: grijs - doof - invalide 
midden= kern
3
deelonderwerp: slechte gezondheid
steekwoorden: ziek - medicijnen - slecht eten
midden= kern
4
deelonderwerp: tekort aan welzijn
steekwoorden: alleen - activiteiten nodig - afleiding
slot
5
samenvatting: Oude mensen hebben zorg nodig.

Slide 38 - Slide

Pak je boek erbij -    p.89    H.2 Langere teksten 
                     2.1 Schrijven in fasen
Samen doornemen:  theorie van Fase 1 Voorbereiding

In het voorbeeld staat een woordveld.

Wat is het onderwerp?


Slide 39 - Slide

Wat is het onderwerp in het woordveld op blz. 89?
timer
1:00

Slide 40 - Open question

Welke deelonderwerpen zie je? 

Slide 41 - Slide

Maak p. 90 opdracht 1 - 1 &2
-Bij opdracht 1 moet je het woordveld van p.89 gebruiken.  (vraag 1)
-Het 'schrijfplan' waar je mee moet werken staat onder aan bladzijde 90. (vraag 2)

Maak eerst zelf opdracht 1 in 
uiterlijk acht minuten.
timer
8:00

Slide 42 - Slide

antwoorden bespreken
Houd je boek erbij!
Heb je opdracht 1-1 goed? Hier komt het antwoord

Slide 43 - Slide

deelonderwerp 1 recyclebare grondstoffen

Slide 44 - Slide

1-2 Deelonderwerp 3:
bij de steekwoorden past het beste ...
A
afval scheiden
B
gevolgen voor het milieu
C
soorten recycling
D
voordelen van recycling

Slide 45 - Quiz

p.90
deelonderwerp 3 is 
D   voordelen van recycling
Noteer het deelonderwerp in het schrijfplan.

3. Bedenk zelf nog een ander deelonderwerp (2) en noteer dit in het schrijfplan (bij alinea 3) met minstens drie bijbehorende woorden. >>>

Slide 46 - Slide

p.90
3. mogelijke invulling voor deelonderwerp 2 (alinea 3) >>>

- voorbeelden gerecyclede producten
   paaltjes op straat - fleecetrui - glazen pot

Slide 47 - Slide

1-4 blz. 90: Welke tekstsoort past het beste bij dit schrijfdoel?
A
advertentie
B
informatief artikel
C
instructie
D
verslag

Slide 48 - Quiz

vraag 5: Welke bron is het minst geschikt (blz 90)
A
flyer kringloopwinkel
B
interview met gemeente-medewerker Afval en milieu
C
artikel 'huishoudelijk afval scheiden" - website Rijksoverheid
D
Bibliotheekboek: Help het milieu met hergebruik

Slide 49 - Quiz

p.90
5.   de minst geschikte bron
A een flyer van de kringloopwinkel in de buurt

omdat een flyer van een winkel geen informatie over recyclebare stoffen in het algemeen geeft, maar vooral bedoeld is om klanten naar de winkel te krijgen.



Slide 50 - Slide

voorbereiding
kopiëren p, 89, zodat die naast p.90 gebruikt kan worden

ervaring: opdracht 1-3 zijn zonder eerst een voorbeeldronde onbegrijpelijk voor studenten

Slide 51 - Slide

timer
5:00
openbaar vervoer

Slide 52 - Mind map

p.91 opdracht 3
<<< Maak een foto van het woordveld over openbaar vervoer.    
  • Kijk of je combinaties kunt maken van woorden die bij elkaar passen in een deelonderwerp.
  • Maak nu je schrijfplan onderaan bladzijde 91.
  • Let op wat er in de opdracht gevraagd wordt!

Slide 53 - Slide

p.91   het schrijfplan
het onderdeel
ali-nea
(deel)onderwerp en steekwoorden
de inleiding
1
onderwerp: openbaar vervoer
het middenstuk
2
deelonderwerp 1
3
deelonderwerp 2
4
deelonderwerp 3
het slot
5
korte samenvatting

Slide 54 - Slide

Schrijven zelf doen! Opdracht dagverslag

De opdracht krijg je uitgedeeld
Hij staat ook op Blackboard
Verslag maken voor 8 maart (les vervalt) -  7 maart op papier (geschreven of geprint) bij mij  inleveren

Slide 55 - Slide

Dus..... huiswerk is:
Nu Nederlands: 
  • afmaken opdrachten op blz 90 en 91 (opdracht 1 t/m 3)
  • afmaken opdracht 4 (en als je wilt ook 5 en 6) bijvoeglijk naamwoorden  op blz. 167

Dagverslag schrijven!

Slide 56 - Slide