This lesson contains 16 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Programma
Herhaling paragraaf 4.4
Huiswerk maken paragraaf 4.4
Uitleg en maken paragraaf 4.5
Slide 1 - Slide
Kopen of huren
Verschillen??
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat verzekeren is
Ik kan de verzekeringspremie uitrekenen
Slide 3 - Slide
0
Slide 4 - Video
de verzekeraar
verkoper
betaald uitkering
wil hoge premie
de verzekerde
consument/klant
betaald premie
betaald eigen risico
wil lage premie
De verzekerde en verzekeraar
Slide 5 - Slide
Als je een verzekering afsluit, neemt een verzekeringsmaatschappij het risico van schade over van jou. Je krijgt een Verzekeringsovereenkomst (polis) en in ruil daarvoor betaal je premie.
Wat is een verzekering?
Slide 6 - Slide
Polis
Een bewijs van verzekering. Hierin staan de polisvoorwaarden.
Slide 7 - Slide
- Verzekering
- Premies
- Verzekeringsovereenkomst
- Polisvoorwaarden
Slide 8 - Slide
Premie?
Polis?
Slide 9 - Slide
Verzekeringkosten
Naast de premie betaal je eenmalig poliskosten (voor het opmaken van de polis).
Over de premie en de poliskosten moet je assurantiebelasting betalen.
Slide 10 - Slide
Verzekerings-voorwaarden
Hierin staan de rechten en de plichten van de verzekerde en de verzekeraar. Deze worden opgenomen in de verzekeringsovereenkomst.
Slide 11 - Slide
Eigen risico
Eigen risico = een deel van de schade dat niet vergoed wordt door de verzekeraar, maar dat de verzekerde zelf betaalt.
Met een eigen risico betaal je minder premie dan bij een verzekering zonder eigen risico.
Slide 12 - Slide
Uitrekenen verzekeringspremie
premie €
+ poliskosten €
---------------------------------------
totaal €
assurantiebelasting 21:100 x totaalbedrag €
--------------------------------------
verzekeringskosten €
Slide 13 - Slide
Thomas sluit een autoverzekering af. De premie bedraagt € 44. De poliskosten zijn € 7. Uiteraard moet hij ook assurantiebelasting (21%) betalen. Bereken de verzekeringskosten.