2.5 Erosie en sedimentatie

Aardrijkskunde
2.5 Erosie en Sedimentatie


- Zit vooraan
- Pak je spullen erbij

Planning:
- Start opdracht
- Uitleg
- Aan de slag
- Terugkijken en afsluiten


1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Aardrijkskunde
2.5 Erosie en Sedimentatie


- Zit vooraan
- Pak je spullen erbij

Planning:
- Start opdracht
- Uitleg
- Aan de slag
- Terugkijken en afsluiten


Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je: 
- Verschillende vormen van massabewegingen noemen.
- Uitleggen hoe transport van het gesteente na verwering plaatsvindt.
- Een relatie leggen tussen de locatie in het stroomgebied, de stroomsnelheid van een rivier en de processen die daarbij optreden.
- Voorbeelden noemen van landschapsvormen die ontstaan als gevolg van sedimentatie.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welke twee soorten verwering kennen we?

Slide 4 - Open question

Welke soort verwering herken je op deze foto?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering

Slide 5 - Quiz

Door welke soort verwering ontstaan grotten?
A
Fysische (mechanische) verwering
B
Chemische verwering

Slide 6 - Quiz

Wat voor soort verwering zie je op de afbeelding hiernaast?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
C
Biologische verwering

Slide 7 - Quiz

In welk klimaat verloopt het verweringsproces het snelst?
A
Warm en droog klimaat
B
Koud en droog klimaat
C
Warm en vochtig klimaat
D
Koud en vochtig klimaat

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Mechanische verwering
Mechanische verwering kan op 3 verschillende manieren:
  1. Door het bevriezen van (regen)water in scheuren van gesteente
  2. Door invloed van de temperatuur (krimpen en uitzetten) kan een steen in stukken breken
  3. Plantenwortels kunnen zorgen dat er grotere spleten ontstaan in gesteente waardoor het uiteindelijk breekt

Slide 10 - Slide

Aardverschuiving
Los verweringsmateriaal op hellingen dat in beweging komt (ook wel landslides).

Algemene regels:
  • hoe steiler de helling, hoe sneller/massaler de verschuiving.
  • hoe kleiner het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuiving.
  • hoe natter het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuivingen.

Slide 11 - Slide

Aardverschuiving
Los verweringsmateriaal op hellingen dat in beweging komt (ook wel landslides).

Algemene regels:
  • hoe steiler de helling, hoe sneller/massaler de verschuiving.
  • hoe kleiner het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuiving.
  • hoe natter het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuivingen.

Slide 12 - Slide

Aardverschuiving
Los verweringsmateriaal op hellingen dat in beweging komt (ook wel landslides).

Algemene regels:
  • hoe steiler de helling, hoe sneller/massaler de verschuiving.
  • hoe kleiner het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuiving.
  • hoe natter het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuivingen.

Slide 13 - Slide

Aardverschuiving
Los verweringsmateriaal op hellingen dat in beweging komt (ook wel landslides).

Algemene regels:
  • hoe steiler de helling, hoe sneller/massaler de verschuiving.
  • hoe kleiner het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuiving.
  • hoe natter het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuivingen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Puinwaaier

Slide 18 - Slide

Transport en erosie in de bovenloop
Na verwering en aardverschuivingen zorgen wind, water, en/of ijs voor het transport van het verweringsmateriaal.

Slide 19 - Slide

V-dal
U-dal

Slide 20 - Drag question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Vulkanische plug: door erosie en verwering verdwijnt het gesteente eromheen en blijft alleen de lavapijp over.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Bovenloop: De oorsprong van een rivier. Bergriviertjes komen samen.
- Snelstromende rivier
- Veel Erosie
- Veel hoogteverschil

Slide 25 - Slide

Rivier is breder en stroom nog redelijk snel.

Vooral Erosie, klein beetje sedimentatie
Klein hoogteverschil

Slide 26 - Slide

- Breed kronkelend(meanderend)

- Langzaam stromend
- Veel sedimentatie
- Nauwelijks hoogteverschil

Slide 27 - Slide

Sedimentatie in de middenloop en benedenloop







Algemene regels:
  • Hoe verder van de bedding, hoe lager de stroomsnelheid.
  • Hoe lager de snelheid, hoe lager het transporterend vermogen.
Stroomsnelheid
Soorten sediment
Middenloop
Benedenloop

Slide 28 - Slide

Amazone
Nijl

Slide 29 - Slide

De Amazone en de Nijl vervoeren allebei tonnen aan sediment. Toch heeft de Amazone geen Delta. Leg uit hoe dit kan.

Slide 30 - Open question

Aan de slag


Maak de opdrachten 1, 3, 4, 5 en 6 van 2.5.

Slide 31 - Slide