Antwoorden huiswerk woensdag
- Huiswerk woordenschat blz 26 opdracht 4,5,6
Opdracht 4 Opdracht 5 Opdracht 6
1) georganiseerd 1) crica 1) constateren
2) herenigen met 2) l atere 2) efficiënt
3) dumpen /dumpten 3) onnauwkeurig 3) improviseren
4) identificatie 4) slecht 4) accepteren
5) castreren 5) positief 5) balanceert / balanceerde
6) monitor 6) onvolledig 6) toekomstverwachting
7) recyclen 7) zinvol 7) expliciet
8) hygiënisch