Regeling

Donderdag 10 maart 2022
  • Hang je jas op aan de kapstok
  • Ga zitten volgens de klassenopstelling
  •  mobiel in de tas
  • Ga naar lesson up  en meld je aan
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Donderdag 10 maart 2022
  • Hang je jas op aan de kapstok
  • Ga zitten volgens de klassenopstelling
  •  mobiel in de tas
  • Ga naar lesson up  en meld je aan

Slide 1 - Slide

Welke begrippen heb je onthouden van de vorige les?

Slide 2 - Slide

zenuwstelsel en zenuwen

Slide 3 - Mind map

cellichaam

celkern

uitloper
uitloper
1

Tekst2
3

4

Slide 4 - Drag question

Welke drie typen zenuwcellen onderscheiden we?

Slide 5 - Open question

Waar liggen de cellichamen van zenuwcellen?
A
in of vlakbij de zintuig
B
in of vlakbij de centrale zenuwstelsel
C
halverwege de zintuig en centrale zenuwstelsel

Slide 6 - Quiz

Schakelcellen liggen ....... het centrale zenuwstelsel.
A
in hun geheel binnen
B
in hun geheel buiten
C
zowel binnen als buiten

Slide 7 - Quiz

Wat is de functie van schakelcellen?
A
geleiden van zintuigcellen in je huid naar het centrale zenuwstelsel.
B
geleiden van het centrale zenuwstelsel naar je handspieren.
C
Impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel.

Slide 8 - Quiz

Wat is de functie van bewegingszenuwcellen?
A
geleiden van zintuigcellen in je huid naar het centrale zenuwstelsel.
B
geleiden van het centrale zenuwstelsel naar je handspieren.
C
Impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel.

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van het laagje om elke uitloper in een zenuw?
A
de uitlopers van elkaar isoleren
B
impulsen geleiden van en naar het cellichaam
C
zorgen voor een bescherming van de zenuw

Slide 10 - Quiz

Wat is de functie van de bindweefsellaag om een zenuw?
A
de uitlopers van elkaar isoleren
B
impulsen geleiden van en naar het cellichaam
C
zorgen voor een bescherming van de zenuw

Slide 11 - Quiz

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
autonoom zenuwstelsel

Slide 12 - Quiz


Bewegingszenuwen geleiden impulsen van ...
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 13 - Quiz

Gevoelszenuwen geleiden impulsen van ....
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 14 - Quiz

Koppel de juiste prikkel aan het juiste zintuig
Lichtzintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Licht
Geur
Geluid
Stoffen in voedsel

Slide 15 - Drag question

Met welk deel van het centrale zenuwstelsel zijn de beenspieren verbonden door middel van zenuwen?
A
met de grote hersenen
B
met de kleine hersenen
C
met de hersenstam
D
met het ruggenmerg

Slide 16 - Quiz

Met welk deel van het centrale zenuwstelsel is de tong verbonden door middel van zenuwen?
A
met de grote hersenen
B
met de kleine hersenen
C
met de hersenstam
D
met het ruggenmerg

Slide 17 - Quiz

Thomas geeft ook groepslessen, zoals FunXtion. Dit is een krachttraining waarbij je in dertig minuten de spieren van je hele lichaam traint. Door krachttraining maakt het lichaam meer testosteron aan.

Welk orgaanstelsel regelt de productie van testosteron?

Slide 18 - Open question

Welk deel van de hersenen zorgt voor het coördineren van bewegingen?
A
Kleine hersenen
B
Grote hersenen
C
hersenstam
D
hypofyse

Slide 19 - Quiz

Waar wordt de ademhaling geregeld?
A
kleine hersenen
B
grote hersenen
C
hersenstam
D
ruggenmerg

Slide 20 - Quiz

Tetanus is een ziekte die wordt veroorzaakt door bacteriën. Ze produceren een giftige stof die pijnlijke spierkrampen veroorzaakt. Het tetanusgif kan vanuit het bloed in zenuwcellen terechtkomen en via het zenuwstelsel worden verspreid.
Robert wordt door een hond in zijn arm gebeten en raakt besmet met tetanusbacteriën. Het tetanusgif komt in zijn centrale zenuwstelsel terecht via een armzenuw.

Welk deel van zijn centrale zenuwstelsel wordt dan als eerste bereikt?
A
de grote hersenen
B
de hersenstam
C
De kleine hersenen
D
Het ruggenmerg

Slide 21 - Quiz

Aan de slag Mindmap maken in tweetallen 
Vraag voor deze opdracht het werkblad aan je docent.
Hier staan alle begrippen (de vetgedrukte woorden) van basisstof 1 en 2. Je gaat hiervan een begrippenschema (conceptmap) maken. Werk eerst op kladpapier. Als je tevreden bent, neem je het schema over in het tekenvak.
‒ Zet in je schema de volgende begrippen: bewegingszenuwcellen ‒ bewegingszenuwen ‒ bindweefsel ‒ cellichaam ‒ centrale zenuwstelsel ‒ gemengde zenuwen ‒ gevoelszenuwcellen ‒ gevoelszenuwen ‒ impulsen ‒ prikkel ‒ schakelcellen ‒ uitlopers ‒ zenuwcellen ‒ zenuwen.
‒ Schrijf begrippen die met elkaar te maken hebben dicht bij elkaar.
‒ Trek lijnen tussen de begrippen die met elkaar te maken hebben.
‒ Schrijf bij de lijnen waardoor de begrippen met elkaar te maken hebben. Bijvoorbeeld 'bestaat uit' of 'typen zijn'.

Slide 22 - Slide