Spelling H1 Les 2

Vandaag


- Lezen (10 min.)
- Toetsdata
- Bespreken 1 t/m 5, blz. 32 en 33
- Vragen over spellingregels?
- Samen: opdracht 6, blz 34
- so bespreken
 

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag


- Lezen (10 min.)
- Toetsdata
- Bespreken 1 t/m 5, blz. 32 en 33
- Vragen over spellingregels?
- Samen: opdracht 6, blz 34
- so bespreken
 

Slide 1 - Slide

Vandaag




Lezen (10 min.)
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Toetsdata




Boektoets donderdag - donderdag 11 oktober
Hoofdstuktoets H1 - dinsdag 30 oktober





Slide 3 - Slide

Nakijken


Opdracht 1
1 Duitse
 2 lente 
3 roodbont
4 pony’s
5 groeven
 6 argeloze 

Opdracht 3
1 brandhout
2 constant
3 geestdrift
4 gevecht
5 jeugd 
6 keldermot
7 klacht
8 reislust
9 slooppand



Opdracht 5
1 blonde 
2 boerse
3 brave
4 duffe
5 gladde
6 groene
7 halve 
8 serieuze
9 zotte 
10 zwakke



10 stopnaald
11 tegenwind
12 vastgoed
13 verband 
14 verbod
15 verzetshaard
16 visvangst
17 voorkant
18 waterkoud
19 woest
20 zandstrand 

Opdracht 4 
1 alpaca’s
2 baby’s
3 buikdansen

4 bureaus
5 commissies




6 dijkgraven
7 dj’s 
8 dominees
9 epidemieën 
10 fietsmanden
11 giraffen
12 kariboes
13 klunzen
14 logés 
15 menu’s
16 oliën 
17 playboys
18 radio’s 
19 rendieren
20 trofeeën 

Slide 4 - Slide





Vragen over de spellingregels?


Slide 5 - Slide

Uitleg - herhaling spelling






                             

                                                                         --> let op de klemtoon!



                                                                                             --> ik hou van y's








Slide 6 - Slide

Maken



Samen opdracht 6

Slide 7 - Slide

Uitleg 





                             












Slide 8 - Slide

Maken



Opdracht 7 t/m 9, blz. 35

Slide 9 - Slide

So bespreken


Opdracht 1
1. Verdedigend
2. voorste gevechtslinie, slagveld
3. oproer, opstand
4. verzwakken, aantasten
5. tegenhouden zodat de bestemming niet wordt bereikt
6. strijdplan
7. fijnzinnig, verfijnd
8. snel te draaien
9. medaille krijgen, onderscheiden
10. eigen schip aan de ander vastmaken om te veroveren
11. groei, uitbreiding
12. achting, eerbied, respect

Opdracht 2
1. offensief
2. geëscaleerd
3. ondermijnde




4. perspectief
5. reders
6. slagkracht

opdracht 3
Goede zinnen waaruit de betekenis duidelijk blijkt. Niet alleen een omschrijving geven!

opdracht 4
1. zeer regelmatig voorkomen
2. de laatste klap uitdelen
3. anderen die hetzelfde willen bereiken, concurrenten
4. verdere verspreiding van iets negatiefs tegenhouden

Opdracht 5
Goede zinnen waaruit de betekenis van de uitdrukkingen duidelijk blijkt. De uitdrukkingen moeten goed gebruikt zijn. Niet alleen de omschrijving geven.

Slide 10 - Slide

Evaluatieopdracht: 
Kies minimaal één van de onderstaande opdrachten.

- Schrijf één nieuw ding op dat je geleerd hebt. 

- Schrijf één ding op waar je beter in geworden bent.

- Schrijf één ding op waarbij je een ander hebt geholpen

timer
2:00

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Opdracht 7 t/m 9, blz. 35




Slide 12 - Slide