This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
DEUTSCH
Willkommen im Deutschunterricht
- Handy in der Tasche
- Kauwgummi ausspucken
- Bücher auf dem Tisch
Slide 1 - Slide
SERVUS WIEN!
Slide 2 - Slide
der Unterrichtsplan
Rückblick
Kapitel 4 Lektion 3
Aufg. 2 bis einschl. 5
Lektion 4 Aufg. 1,2 und 5 korrigieren
Kapitel 4 Lektion 4 Gram. D
Aufg. 6 und 7
Lektion 5
Aufg. 1 und 2 machen
Slide 3 - Slide
die Lernziele
Je kunt een gesprek in het Duits in een restaurant voeren.
Je kent de vormen van de persoonlijke voornaamwoorden in de derde en vierde naamval en kunt deze juist toepassen.
Je kunt woorden die met het Thema eten en drinken te maken hebben vertalen.
Slide 4 - Slide
Hausaufgaben: Kapitel 4 Lektion 3
Aufg. 2 bis einschl. 5
Lektion 4 Aufg. 1,2 und 5 korrigieren
Slide 5 - Slide
persoonlijke vnw
Slide 6 - Mind map
persoonlijke voornaamwoorden
vervangen een zelfstandig naamwoord
Slide 7 - Slide
1e
3e
4e
ich
mir
mich
du
dir
dich
er
ihm
ihn
sie
ihr
sie
es
ihm
es
wir
uns
uns
ihr
euch
euch
sie
ihnen
sie
Sie
Ihnen
Sie
1e
3e
4e
ik
mij
mij
jij
jou
jou
hij
hem
hem
zij
haar
haar
het
hem
het
wij
ons
ons
jullie
jullie
jullie
zij
hun
hen
u
u
u
Slide 8 - Slide
Wanneer je een persoonlijk voornaamwoord in de 3e en 4e naamval wilt vervangen, gebruik je ook een persoonlijk voornaamwoord in de derde en vierde naamval.
Bijvoorbeeld: Ik geef de vrouw een Kus = Ich gebe der Frau einen Kuss. --> 3e naamval, vrouwelijk
Ich gebe ihr einen Kuss. --> 3e naamval, vrouwelijk
Slide 9 - Slide
Naamvallen
1e naamval Onderwerp
3e naamval Meewerkend voorwerp
4e naamval Lijdend voorwerp
Denk ook aan de werkwoorden met een vaste naamval!
Slide 10 - Slide
Kapitel 4 Lektion 4 Gram. D
Aufg. 6 und 7
Lektion 5
Aufg. 1 und 2 machen
Slide 11 - Slide
Hausaufgaben: Kapitel 4 Lektion 4 Gram. D Aufg. 6 und 7
Lektion 5 Aufg. 1 und 2 machen
Leren Lernbox Lektion 4 DU --> NL
Leren Gram. D de persoonlijke voornaamwoorden in de 1e, 3e en 4e naamval blz. 35