Zinnen en alinea's staan niet zomaar achter elkaar. Vaak hebben ze een verband met elkaar. Zo kan in de ene zin een uitspraak staan en in de volgende zin een voorbeeld daarbij: 'Het broeikaseffect heeft grote invloed op het leven op aarde. Dat zie je bijvoorbeeld aan de stijging van de zeespiegel.' Je hebt dan te maken met een verband. Dat verband wordt vaak aangegeven door een of meerdere signaalwoorden.