Noël et le Nouvel an

1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welke maand hoort bij Noël en welke hoort bij Le jour de l'An? (geef antwoord in het Frans!)

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Video

vocabulaire-1
Noël                    =  kerst                                la neige         =  de sneeuw
le renne             =  het rendier                   la lumière    =  het licht           le gui                 =  de maretak                   l'étoile            =  de ster      
les chansons  =   de liedjes                     le nouvel an=  nieuwjaar 
le sapin             =   de kerstboom            l'hiver             =  de winter
un arbre           =   een boom                    la bougie      =  de kaars








C’est pourquoi daarom
Sans zonder
Assez genoeg, tamelijk

les décorations
le sapin
la boule de Noël
les chansons de Noël
la neige






Slide 4 - Slide

Schrijf drie Franse woorden op
die met kerst te maken hebben:

Slide 5 - Mind map

Noël
feu d'artifice
gâteau
bon anniversaire!
le Saint-Sylvestre
sapin
souffler les bougies
rudolphe 
le renne
bonne année
boules, guirlandes, étoiles
champagne
naissance

Slide 6 - Drag question

Op welke dag is het Noël in Frankrijk?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-six décembre
C
le vingt-cinq décembre
D
le vingt-trois décembre

Slide 7 - Quiz

Welke land heeft meer
'feu d'artifice' bij
la Saint-Sylvestre?
A
La Hollande/Les Pays-Bas
B
La France

Slide 8 - Quiz

Op welke dag wordt
in Frankrijk
Noël NIET gevierd?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-cinq décembre
C
le vingt-six décembre

Slide 9 - Quiz

Wie is 'le père Noël'?
A
de papa die Noël heet
B
de pastoor
C
het kindje Jezus
D
de kerstman

Slide 10 - Quiz

le foie gras
les huitres
Traditionele gerechten :

Slide 11 - Slide

les escargots
le saumon fumé

Slide 12 - Slide

la dinde 
le marron

Slide 13 - Slide

vendeur de marrons

Slide 14 - Slide

la dinde aux marrons

Slide 15 - Slide

Escargots
Saumon fumé
Marrons
Dinde
Huitres
Champagne

Slide 16 - Drag question

Dit is het vervoer
van de Kerstman
en de rendieren
trekken hem voort
A
le traîneau
B
la guirlande
C
l'étoile
D
la crèche

Slide 17 - Quiz

le 24 décembre: le Réveillon
Bûche de Noël

Slide 18 - Slide

la bûche de Noël
Het is een eeuwenoude Franse traditie: bij kerstavond hoort een boomstammetje. Ooit een echt stuk hout dat langzaam moest opbranden in de haard om de familie van een goede oogst te verzekeren in het komende jaar. Hoe langer de boomstam bleef branden, hoe beter de volgende oogst zou uitpakken, zo was het bijgeloof. Later werd het een nagerecht dat de vorm van het blok hout imiteerde.

Bûche de Noël 2017 van het hotel Plaza-Athenée in Parijs (CC/Studio des Fleurs)

Slide 19 - Slide

Welk seizoen is dit?
A
le printemps
B
l'été
C
l'automne
D
l'hiver

Slide 20 - Quiz

Wat is dit?
A
un lutin
B
une bougie
C
le gui
D
une guirlande

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Wat valt er naar beneden?
A
la neige
B
le père Noël
C
le lutin
D
le renne

Slide 24 - Quiz

Klik hier : Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Wat is dan denk je:
'un bonhomme de neige'?

Slide 27 - Mind map

Le bonhomme de neige

Slide 28 - Slide


Op Saint-Sylvestre blijf je laat op en is er een diner met veel ..........
A
oliebollen
B
oesters
C
slakken
D
foie gras

Slide 29 - Quiz

Noem 5 voorwerpen/gerechten die je vandaag hebt geleerd!

Slide 30 - Mind map


Comment dire 'fijne kerst' en français?
A
Joyeux Noël Joyeux Noël
B
Meilleurs voeux
C
Bonne Année
D
Bonnes fêtes

Slide 31 - Quiz


Joyeux Noël
& Bonne Année!!!

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide