P3 week 1 Theorie voorbereiding Examens

Periode 3:
Theorieles: voorbereiding op CSE
Hoe? Kunstanalyses van kunstwerken over TIJD
Veel begrippen oefenen
Formuleringen van examenvragen oefenen

Praktijklessen: voorbereiding op CPE
Eigen thema kiezen, zelfstandig werken en technieken oefenen.
1 / 46
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Periode 3:
Theorieles: voorbereiding op CSE
Hoe? Kunstanalyses van kunstwerken over TIJD
Veel begrippen oefenen
Formuleringen van examenvragen oefenen

Praktijklessen: voorbereiding op CPE
Eigen thema kiezen, zelfstandig werken en technieken oefenen.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

THEORIE
Voorbereiding op het Centraal Schriftelijk Examen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan
bij het CSE?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Kunstbeschouwing
  • bekijken van kunst
  • begrippen toepassen

  • trainen van inzicht
  • formuleren van antwoorden oefenen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn aspecten van de vormgeving?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions


Wat voor kleuren zijn dit?
A
Complementaire kleuren
B
Monochroom
C
Tertiaire kleuren
D
Zuivere kleuren

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de begrippen naar de juiste plaatjes
Een driedemensionale vorm
Een open vorm
Een samengestelde vorm
Een organische vorm
Een platte vorm

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions


Welk van onderstaande begrippen zie je niet?
A
Atmosferisch perspectief
B
Overlapping
C
Groot voor klein achter
D
Plat

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welk kleurencontrast zie je op deze afbeelding?
A
complementair kleurcontrast
B
rood-blauw contrast
C
licht-donker contrast
D
warm-koud contrast

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke kleuren zie je op deze afbeelding?
A
verzadigde kleuren
B
onverzadigde kleuren
C
alleen primaire kleuren
D
tertiaire kleuren

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Welke vormen zie je hier?
A
Geometrische vormen
B
Simpele vormen
C
Ronde vormen
D
Organische vormen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Noem een natuurlijke en een kunstmatige lichtbron.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Wat is een centrale compositie?
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke 2 begrippen passen bij deze afbeelding?
Ritme
driehoeks compositie
Licht-donker contrast
Vormcontrast

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Welk vormcontrast zie je hier?
A
Symmetrische- asymmetrisch vormcontrast
B
Open-gesloten vormcontrast
C
Organisch-geometrisch vormcontrast
D
2D-3D vormcontrast

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Organische vorm
Symetrische vorm
Onregelmatige vorm
Regelmatige vorm

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

beantwoord klassikaal:

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Edvard Munch
5 jaar oud: moeder en zus
gestorven aan tbc
10 jaar: vader sterft

'geestelijke onrust' 
hij schildert (vanaf 17j) zijn pijn en wat hij meemaakte

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

vraag aan de leerlingen wat ze denken dat dit voorstelt. Welke sfeer hangt er? welk gevoel geeft dit je?
De titel van het werk is 'death in the sick room' en kan je later prijsgeven.
Vincent van Gogh
delen van verdriet 

schilderen wat je in je hebt maakt je werk uniek

wat kan je vertellen over de sfeer van dit werk?

Slide 20 - Slide

Munch was niet de enige die zijn persoonlijke problemen verbeeldde in zijn schilderingen. Vincent van Gogh deelde ook zijn innerlijke pijn en liefdesverdriet met zijn publiek. 
In welk werk voel je de meeste pijn?
het werk van Van Gogh of van Munch?
A
B

Slide 21 - Quiz

na het beantwoorden mag je de leerlingen hun antwoord laten onderbouwen
Wat is een assemblage?
A
een kunstwerk dat uit afval gemaakt is
B
een kunstwerk dat iets anders voorstelt
C
een kunstwerk dat uit verschillende onderdelen bestaat
D
een kunstwerk dat een functie heeft

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Autonome kunst
Toegepaste Kunst

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat is dit werk gemaakt met flessendoppen?
A
autonoom en abstract
B
autonoom en figuratief
C
toegepast en abstract
D
toegepast en figuratief

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

En deze lamp van flessendoppen?
A
autonoom en abstract
B
autonoom en figuratief
C
toegepast en abstract
D
toegepast en figuratief

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

welk antwoord is niet waar over dit werk?
A
het werk is nonfiguratief
B
het werk is abstract
C
het werk is figuratief
D
het werk heeft geen voorstelling

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

De fascinatie voor snelheid en dynamiek kwam tot uitdrukking in de kunst.
Je ziet hier het schilderij 'Dinamismo di un automobile' van Luigi Russolo uit 1912/1913.

Slide 27 - Slide

twee van de volgende:
− door de zich herhalende beelden / de steeds dichter op elkaar
volgende V-vormen, die vaart / een filmisch effect opleveren
− door de V-vormen die werken als pijlen naar links
− door het weglaten van details
− De contouren van de auto zijn gestroomlijnd.
− door de vlammende gele sporen rond de contour van de autobanden
− Het beeld vervaagt iets naar rechts.

Noem twee manieren waarop in dit werk beweging gesuggereerd wordt.

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

"Dinamismo di un automobile" is een typisch futuristisch werk. Leg dit uit a.h.v. twee aspecten van de voorstelling.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Voorstelling

Slide 31 - Mind map

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Vormgeving

Slide 33 - Mind map

This item has no instructions

wat is het verschil tussen vormgeving en voorstelling?
is hier een overeenkomst in voorstelling of vormgeving?

Slide 34 - Slide

in de eerste plaats vraag je de klas wat het verschil is tussen de begrippen voorstelling en vormgeving, later betrek je de afbeeldingen er bij.
Aspecten van de voorstelling
Aspecten van de vormgeving
Dit stilleven verbeeld de sterfelijkheid van de mens
De lichtval versterkt de dramatiek van het werk.
Op dit schilderij staat onder andere een schedel en een glas afgebeeld
Het geheel is heel diagonaal geordend

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

Noem 2 aspecten van de voorstelling waarmee schilder Munch de melancholie verbeeldt.

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Sleep het onderdeel naar de goede kant:
Vormgeving
Voorstelling
Koele kleuren
Jonge man
complementair kleurcontrast
ernstige blik
strepen en lijnen

Slide 37 - Drag question

This item has no instructions

Welk antwoord zegt iets over de aspecten van de voorstelling?
A
De foto is zwart-wit
B
Het kader is staand gekozen
C
Het verwijst naar stereotype beeld Afrika
D
Er is weinig diepte te zien

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Het is zomer. Noem 1 asp. vd vormgeving dat dit verbeeldt

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Het is zomer. Noem 1 asp.vd voorstelling dat dit verbeeldt

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Alle begrippen 2019-2020

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog?
We gaan een digitaal woordweb maken. 
Noteer wat je al weet over het onderwerp op je telefoon.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
Bekijk de afbeelding rechts. Leg aan de hand van een aspect van de vormgeving uit waarom deze schoenen een vrolijk karakter hebben. 


Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
Bekijk de afbeelding rechts. Leg aan de hand van een aspect van de vormgeving uit waarom deze schoenen een vrolijk karakter hebben. 

Antwoord:
Kleur (beeldend aspect): 
Door gebruik te maken van felle, primaire kleuren zien de schoenen er grappig en speels uit (beeldend middel)

Op het schriftelijk examen is het heel belangrijk dat je bij Vormgevingsvragen (lees Beeldende aspecten) éérst het beeldend aspect noemt en daarna het beeldende middel!

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van 'toetsvragen'
Nu gaan jullie zelf aan de slag.
Bedenk toetsvragen bij twee van de volgende afbeeldingen.
1. Een vraag over de Vormgeving
2. een vraag over de Voorstelling
3. Een vergelijkende vraag
Geef ook de antwoorden. Dit is huiswerk voor volgende week

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions