Les 3 diagnostisch onderzoek 1maaligkatherteriseren en bloedglucose

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Eenmalig katheriseren

&

glucose meten

Wanneer doe je iemand eenmalig katheteriseren

Indicaties

Katheterisatie van de blaas kan eenmalig, intermitterend of continu plaatsvinden. Hiervoor gelden de volgende indicaties: 

Eenmalige katheterisatie. ter bepaling van het residu (echografie c.q. bladderscan heeft hierbij echter de voorkeur) acute blaasretentie indien het residu ≤500 ml is.

Complicaties & Handelwijze

Pijn tijdens inbrengen. Stel de cliënt gerust, bied ondersteuning.

Weerstand tijdens inbrengen door sluitspier van blaas.

Abnormale weerstand tijdens inbrengen. 

Bloeding uit de blaas of de urethra.

Er vloeit geen urine af. 

Gebruik extra glijmiddel.

Houd met katheter lichte druk op sluitspier en wacht even of sluitspier weer ontspant.

Beëindig de handeling licht de arts in.

 Beëindig de handeling; licht de arts in.

Oefen lichte druk uit op het gebied van het schaambeen (symfyse).

Wanneer meet je de glucose waarde in de urine

Hoe meet je de glucose waarde in urine?

Het meten van de glucose in de urine doe je via een dipstick. Een nauwkeurige urinetest bepaalt vervolgens de exacte waarde van glucose in de urine. Daarna vergelijk je de resultaten met een verklarende tabel van deze waarde.

Casus

Dhr Munnik heeft last van zijn buik en geeft aan dat hij niet kan plassen. Je meet de blaas retentie en daar op komt te voor schijn dat hij 650 cc in zijn blaas heeft. Je moet eenmalig katheteriseren om de blaas te legen.

Protocol

Reinig de glanspenis met de uitgeknepen gaasjes (gebruik voor elk deel een nieuw gaasje). 

Pas handhygiëne toe. Maak een steriel werkveld door de steriele doek open te vouwen. Open de verpakking van de katheter, laat de katheter in de verpakking. Pak de slang van de urineopvangzak vlakbij het aansluitpunt en trek de katheter uit de binnen verpakking en leg het in te brengen deel van de katheter op het steriele werkveld.

Trek steriele handschoenen aan.  Pak de katheter en breng deze in, zonder dat het in te brengen deel van de katheter onsteriel wordt.

Houd de katheter ongeveer 5 cm van de top vast met de katheteriserende hand.

Breng de penis loodrecht omhoog met de niet-katheteriserende hand en houd de penis tijdens het inbrengen rechtop.

Breng de katheterpunt in een vloeiende beweging in.

Schuif de katheter op voorbij de weerstand tot je urine ziet aflopen.

Schuif de katheter voorzichtig door de urethra tot de urine begint af te vloeien. Schuif dan de katheter

nog 2 cm verder. Zorg (wanneer er geen urineopvangzak gebruikt wordt) dat het uiteinde van de

katheter in een opvangbak of het toilet hangt. Laat de blaas helemaal leeglopen. Wanneer de urine stopt met aflopen, trek de katheter heel rustig terug (een centimeter per stap). Wanneer de urine weer begint te lopen wacht totdat dit stopt en ga daarna pas verder met het rustig terugtrekken van de katheter.

Instructie