AT week 7 zorg

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

AT week 7 zorg

Wat is kanker?

• Wat weten jullie er al van?

Getallen

• 1 op de 3 mensen krijgt kanker
• in 2000 kregen ongeveer 70.000 mensen kanker, in 2021 ruim 123.000 mensen
• Meest voorkomende kankersoorten bij mannen: prostaat, darm, huid en long
  
• Meest voorkomende kankersoorten bij vrouwen: borst, darm, huid en long  

Behandeling

Wat kun je doen?

Bedenk bij elk woord 1 of 2 dingen:

Emotionele hulp:

Praktische hulp:

Sociale hulp:

Wat kun je doen?

Laat iemand zijn verhaal doen, je hoeft niet veel terug te zeggen

Ga zo veel mogelijk mee in iemand zijn wensen

Stimuleer voeding met veel eiwit, koolhydraten en vitaminen

Denk mee over hoe iemand toch genoeg eet, ook als er weinig eetlust is

Afleiding door bewegen of een uitje

Houd goed in de gaten dat inspanning en rust in balans zijn

Taalopdracht

 Bedenk minimaal 5 woorden die te maken hebben met leven met kanker.

Denk bijvoorbeeld aan emoties die erbij komen kijken.

Onderzoeken die patiënten moeten ondergaan

Gevolgen die de ziekte voor mensen kunnen ondervinden.

Probeer woorden op te zoeken die je niet vaak gebruikt en die dus een beetje nieuw voor jou en je klasgenoten zijn.

Daarna delen we de kaartjes uit en bespreken ze.

zelfredzaamheid in de zorg

Wat bedoelen we met zelfredzaamheid?

Zelfredzaamheid

Zelfredzaamheid verwijst naar het vermogen van een persoon om zichzelf te zorgen en zijn of haar eigen leven te leiden, ondanks eventuele beperkingen van gezondheidsproblemen. Het gaat erom dat de persoon zo veel mogelijk zelfstandig kan functioneren en de regie kan voeren over zijn of haar eigen leven

Waarom is zelfredzaamheid een belangrijk thema?

• Cliënten willen onafhankelijk zijn van anderen, zelfstandig blijven wonen en zelf de regie over hun leven voeren 

• Gevoel van eigenwaarde  

• Zo min mogelijk afhankelijk van zorg 

• Het huidige zorgstelsel is niet toekomstbestendig. 

Ga staan als jij:

- vanochtend zelf bepaald hebt hoe laat je uit je bed kwam

-  vanochtend zelf bepaald hebt   welke kleding je aantrekt

-  vandaag zelf bepaalt wat je vanmiddag eet of wat je vanavond eet

-  heb je zelf bepaald waar je wilde gaan zitten in de klas

-  heb jezelf bepaald hoe je naar school bent gekomen

- denk je dat jouw cliënten dit ook zelf bepalen? Ja = staan, nee = zitten

Praktijk

Kijk eens naar je eigen praktijk:

Zijn er in je praktijk momenten waarop jij voor de cliënt beslist? 

Waarom laat je de cliënt niet zelf beslissen of waarom wel?

Wat zou er gebeuren als je hem wel laat beslissen?

Zou er een andere oplossing kunnen zijn, waardoor de cliënt meer eigen regie gaat ervaren?

Eigen Regie 

 een persoon :

-heeft zelf de touwtjes in handen  als het gaat om zijn of haar gezondheid en zorg. 

- zelf keuzes maakt en besluit neemt over bijvoorbeeld behandelingen, zorgverleners en de inrichting van zijn leven met een ziekte of aandoening. 

- heeft zelf controle  en bepaalt zelf de richting.

Oefening 1

• Schrijf 5 dingen op die voor jou heel waardevol zijn.
• Geef nu de opdracht aan de persoon links om 3 door te strepen.
• Geef het briefje terug.

Reflectie met elkaar

• Hoe vond je om te strepen?
  
• Wat deed het met je toen je je briefje terug kreeg?
  
• Wat is de link tussen deze oefening en eigen regie?
• Neem eens een cliënt in gedachten. Welke waarden streep jij weg voor hem/haar? Heb jij dat recht eigenlijk wel?

Oefening 2

Stel dat je afhankelijk bent van zorg. Je hebt per ongeluk op bed ontlasting gekregen en moet helemaal verschoond en opgefrist worden. Een helpende helpt je hierbij.

Bedenkt zoveel mogelijk eisen, waarvan JIJ vindt dat deze helpende aan moet voldoen.

Lever in in It's Learning