M4 - formal letter

M3/4 - formele brief
Ken je de regels van de formele brief?
Herken je de meest gemaakte fouten?
1 / 39
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

M3/4 - formele brief
Ken je de regels van de formele brief?
Herken je de meest gemaakte fouten?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Today's plan/goals:
- repeating the conventions for formal letter
- talking about the structure of the formal letter
- discuss common mistakes


-Goal: I know the rules for writing the formal letter and I can apply them

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar begin je je brief mee?
A
Je naam
B
Het adres waar je naartoe schrijft
C
Je eigen adres
D
Je naam en je adres

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hoe moet je eigen adres eruit zien?
A
Pauwenkamp 151 the netherlands
B
Pauwenkamp 151 3607 GK Maarssen The Netherlands
C
Pauwenkamp 151 3607 GK The Netherlands
D
Pauwenkamp 151 Maarssen the Netherlands

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat komt er na je eigen adres?
A
de datum
B
het adres waar je naartoe schrijft
C
de aanhef
D
de naam en het adres waar je naartoe schrijft

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoe moet je de datum in je brief schrijven?
A
6 Oktober 2024
B
October 6, 2024
C
6 October 2024
D
6 october 2024

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Als er in de opdracht géén naam is gegeven (geen persoon waar je naar schrijft), maar wel een bedrijf. Hoe begin je dan je brief?
A
Dear Sir/Madam,
B
Dear mister or miss,
C
Hello,
D
Dear sir, madame

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hoe begin je dan je brief als er in de opdracht naam en achternaam is gegeven? (bijv. Sam Jones)
A
Dear Mr Sam Jones,
B
Dear Mister Jones,
C
Hello Mr Jones,
D
Dear Mr Jones,

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe begin je je brief na de aanhef? (uit je hoofd leren!)
A
Hello, my name is
B
Let me first introduce myself.
C
Hi Mr Jones,
D
A en C zijn allebei goed

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Mag je deze zin zo in je brief schrijven?

I'm a 16 year old boy.
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

I'm a 16 years old.
Dit kan je niet schrijven omdat:
A
nummers onder 20 moet je voluit schrijven
B
geen afgekorte vormen
C
A en B zijn allebei goed
D
omdat '16-years-old' moet

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is correct geschreven? (2 antwoorden)
A
I am sixteen years old.
B
I am a sixteen-year-old boy/girl.
C
I am sixteen year old.
D
I am a sixteen year old boy/girl.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Mag je deze zin zo in je brief schrijven?

Also I live in the Netherlands.
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Also I live in the Netherlands.
mag niet omdat:
A
de zinnen kunnen niet beginnen met voegwoord en also, but, and
B
'the' bij Netherlands is moet met hoofdletter
C
A en B zijn allebei goed

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Mag je deze zin zo in je brief schrijven?
I live in Maarssen, a village near Utrecht.
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Mag je deze zin zo in je brief schrijven?

Could you answer my questions?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Mag je deze zin zo in je brief schrijven?

i want to work at your company.
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

i=I 
want=would like to
i want to work at your company.
mag niet omdat:
A
'i want' moet I would like
B
A en D zijn allebei goed
C
'company' moet hoofdletter
D
'i' moet met hoofdletter

Slide 18 - Quiz

i=I 
want=would like to
Welke zin hieronder is een 'passende slotzin'? (Deze moet je uit je hoofd leren!)
A
Write me soon!
B
Bye.
C
Yours faithfully,
D
I look forward to hearing from you soon.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Je begint je brief met Dear Sir/Madam,

Wat is dan de juiste afsluiter?
A
Yours sincerely
B
Yours faithfully,
C
Kind regards,
D
Bye,

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Je begint je brief met Dear Mr Jones,

Wat is dan de juiste afsluiter?
A
Yours sincerely
B
Yours faithfully,
C
Kind regards,
D
Bye,

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat komt er na de afsluiter?
A
Eerst je voornaam dan je handtekening.
B
Eerst je handtekening dan je volledige naam.
C
Eerst je volledige naam, dan je handtekening.
D
Je volledige naam

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Als je klaar bent je moet je woorden tellen en noteren op je blaadje.
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welke woorden moet je tellen
A
alles
B
alleen inhoud van je brief
C
allen adres, aanhef en afsluiting
D
inhoud + adres

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Hoe veel woorden moet je minstens schrijven in je brief?
A
Er is geen minimum
B
100 woorden
C
130 woorden
D
150 woorden

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Hoe veel woorden mag je maximaal schrijven in je brief?
A
Er is geen maximum
B
150 woorden
C
180 woorden
D
200 woorden

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welk woordenboek mag je gebruiken bij de toets?
A
Nederlands - Engels
B
Engels - Nederlands
C
geen
D
Nederlands - Engels en Engels - Nederlands

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal de volgende zin:
Ik zou mezelf graag voorstellen.

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Vertaal de volgende zin:
Ik heb uw informatie online gevonden.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Vertaal de volgende zin:
Ik heb een aantal vragen.

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Vertaal de volgende zin:
Wordt er voor slaapgelegenheid gezorgd?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

When are you going to write your letter?
A
25 Oktober 2024
B
25 October 2024
C
Friday, 25 October 2024
D
25 october 2024

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Fill in the correct word:
___ into dancing, but I ___ like hiphop.
A
I am / do not
B
i am / not
C
I'm / don't
D
I / am

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Which sentence is best?
A
I wanna ask you some questions.
B
I want to ask you some questions
C
I would like to ask you some questions.
D
Answer me some questions.

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Which sentence is correct?
A
We are next week going to London.
B
We are going next week to London.
C
Next week are we going to London.
D
We are going to London next week.

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Choose the correct spelling
A
Your sincerly,
B
yours sincerely,
C
Yours sincerely
D
Yours sincerely,

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

The English address in your letter is always 4 lines
A
true
B
false

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Hoe weet je hoeveel regels het Engelse adres heeft?
A
Dat moet je uit je hoofd leren.
B
Dat staat in de opdracht.
C
Dat weet iedereen toch.
D
Dat is dus altijd 4.

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Welke aanhef is correct?
A
Dear Mr. John Benson,
B
Dear Mr Benson,
C
Dear Mr Benson
D
Dear John Benson,

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions