Psychologie les 7

Omgaan Boosheid
Psychologie les 7
Leerjaar 2
1 / 23
next
Slide 1: Slide
maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Omgaan Boosheid
Psychologie les 7
Leerjaar 2

Slide 1 - Slide

Inhoud van de les

  • Omgaan met verwardheid & omgaan met boosheid​ en Omgaan met eigen emoties​
  • Oefen vragen toets.
  • Volgende week toets.


Slide 2 - Slide

PERIODEPLANNNG EN TOETSING
Lesweek 1: Crisissituaties​
Lesweek 2: Traumaverwerking ​
Lesweek 3 & 4: Begeleiden bij reacties op een crisissituatie 
Lesweek 5: Burn-out​
Lesweek 6: Verdedigingsmechanismen​ 
Lesweek 7: Omgaan met verwardheid & omgaan met boosheid​ en Omgaan met eigen emoties​
Lesweek 8: Kennistoets lesweek 1 t/m 7

Slide 3 - Slide

Wat was ook al weer een crisissituatie?

Een noodsituatie waarbij het functioneren van een stelsel ernstig verstoord raakt. 

Voorbeelden; overlijden naasten, ernstig ziek raken, slachtoffer geweld, slachtoffer ernstig ongeval.

Slide 4 - Slide

Oorzaken van verwardheid
Een crisis, stress, angst en slaapgebrek. 

In een crisissituatie kan iemand verward reageren. 

De verwarring komt naar voren in wat de cliënt zegt en doet. 


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Omgaan met verwarde cliënten
  • Wees alert of de zelfzorg nog voldoet en let erop dat er geen gevaarlijke situaties ontstaan.
  • Zorg dat de cliënt zo min mogelijk prikkels krijgt.
  • Blijf rustig en vriendelijk.
  • Spreek in korte zinnen.
  • Zorg voor structuur in dag en nachtritme voor de cliënt. 
  • Ontken de waandenkbeelden niet en ga er niet in mee.

Slide 7 - Slide

Voorbeelden verward reageren
  • Gebrek aan concentratie.
  • Vergeten schone kleren aan te trekken, zich te scheren, te wassen, te douchen.
  • In een gesprek twee keer hetzelfde vertellen of de lijn van het verhaal niet vast kunnen houden. 
  • Bij zeer ernstige verwardheid kan de cliënt dingen zien of horen die er niet zijn. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Boosheid bij een crisis
Een crisissituatie geeft mensen het gevoel dat ze bedreigd worden en het gevoel dat zij de controle kwijt zijn. 

Reactie boosheid en agressie kunnen het gevolg zijn; verplaatste agressie

Slide 10 - Slide

Omgaan met cliënten die onredelijk boos zijn
  • Spreek de cliënt aan op zijn gedrag. 
  • Geef aan wat het gedrag van de cliënt met jou doet, Ik boodschap. 
  • Eis geen excuses en roep niet onnodig schuldgevoelen op.

Slide 11 - Slide

Reactie in het verwerkingsproces

  • Vanzelfsprekende zekerheden 'Dit overkomt mij niet'
  • Overweldigende emoties 'heftige huilbuien'
  • Staat van verdoving 'vorm van ontkenning, cliënt heeft geen contact meer met eigen gevoelens'. 
  • Schuldgevoelens
  • Depressieve gevoelens 'gevoelens van verdriet en neerslachtigheid.
  • Acceptatie 

Slide 12 - Slide

Depressie
Is een psychische stoornis waarbij sprake is van ernstige en langdurige neerslachtigheid. 

Komt tot uiting in onder andere;
verlies plezier in activiteiten, geen energie hebben, slaapproblemen, laag zelfbeeld en gebrek aan zelfvertrouwen.

Slide 13 - Slide

Helpen bij verwerken
  • Een afwachtende en luisterende houding
  • Er zijn voor de cliënt 
  • Ruimte geven om zijn emoties te uiten.
  • Draag geen oplossing aan.
  • Af en toe blijven praten over het verdriet.
  • Vraag de cliënt wat hij van jou wil of verlangt.
  • Rituelen en symbolen. vb bloemen op de kist, bidden, kaars branden.

Slide 14 - Slide

Rituele en symbolen
Een ritueel is een vaste manier van handelen in een bepaalde situatie en geeft houvast. Vb ritueel wassing, avondwaker, zege uitspreken.

Een symbool is een teken, afbeelding of voorwerp dat een bepaalde waarde vertegenwoordigt. Vb trouwring, Christelijk kruis of Islamitische halve maan. 


Slide 15 - Slide

Omgaan met eigen emoties
Onverwerkte trauma's; kunnen in de weg zitten wanneer je een cliënt begeleid bij zijn trauma.

Durven nadenken over belangrijke thema's in het leven; afscheid nemen, rouwen en doodgaan. 

Bewaak je eigen grenzen; praat met collega's

Slide 16 - Slide

Oefenen voor de
toets

Slide 17 - Slide

Noem twee soorten crisissen

Slide 18 - Open question

Noem drie voorbeelden van een organisatiecrisis

Slide 19 - Open question

Noem drie verdedigingsmechanismen die cliënten gebruiken bij een (dreigende) crisis

Slide 20 - Open question

Noem vier vaardigheden die je nodig hebt als MZ professional voor het begeleiden bij een organisatiecrisis

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide