Les 7 – Hoe luister en kijk je naar uitleg en instructies?

wel kenmerk informatief programma
geen kenmerk informatief programma
presentatie is neutraal en zakelijk
onderwerp vanuit meerdere kanten belicht
uitleg wordt stap voor stap aangeboden
je kunt er iets van leren
er worden veel feiten gegeven
1 / 25
next
Slide 1: Drag question
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

wel kenmerk informatief programma
geen kenmerk informatief programma
presentatie is neutraal en zakelijk
onderwerp vanuit meerdere kanten belicht
uitleg wordt stap voor stap aangeboden
je kunt er iets van leren
er worden veel feiten gegeven

Slide 1 - Drag question

Slide 2 - Video

Welk kenmerk van informatieve programma's herkende je in het filmpje?
A
presentatie is neutraal en zakelijk
B
onderwerp wordt vanuit meerdere kanten belicht
C
je kunt er iets van leren

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Welke kenmerken passen bij een uitleg of een instructie? Je kunt meerdere antwoorden kiezen.
Het programma:
A
legt je stap voor stap uit hoe je iets moet doen of moet maken.
B
probeert je over te halen iets te doen of te kopen.
C
leert je iets door het gebruik van zowel tekst als beelden.
D
geeft uitgebreid informatie over een bepaald onderwerp.

Slide 13 - Quiz

Les 7
Maak vraag 1 t/m 4 + 6 van blz. 18-19.
Schrijf de antwoorden in je schrift.
Je werkt zelfstandig en in stilte.
Na 6 minuten maken we vraag 5 klassikaal.
timer
8:00

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Kijk naar fragment F701 van het filmpje uit het tv-programma ‘Checkpoint’.
Wat is het belangrijkste dat je ziet in dit filmpje? Je ziet:
A
hoe 2 jongens een geintje uithalen met iemand anders.
B
hoe je een alarmsysteem bouwt van ijsstokjes.
C
hoe je de filmpjes van Checkpoint kunt liken.
D
hoe je kunt voorkomen dat je moeder je game afpakt.

Slide 16 - Quiz

Waarom heb je volgens de jongens een alarm nodig?

Slide 17 - Open question

Waarom heb je een ander persoon nodig om het alarmsysteem van ijsstokjes te bouwen? T1
De andere persoon heb je nodig:
A
om het ene stokje onder het andere te krijgen.
B
om je te waarschuwen als er iemand anders aan komt.
C
omdat de stokjes anders al wegspringen.
D
om nieuwe ijsstokjes aan te geven.

Slide 18 - Quiz

Wat doe je als eerste als je een alarmsysteem van ijsstokjes bouwt?
A
Je legt het ene ijsstokje onder de andere.
B
Je legt een gewichtje op de eerste ijsstokjes.
C
Je legt de baan van ijsstokjes in de gang.
D
Je legt drie ijsstokjes schuin naast elkaar.

Slide 19 - Quiz

Hoe werkt het alarmsysteem van ijsstokjes?
A
Als een persoon op het eerste ijsstokje gaat staan, springen de ijsstokjes weg.
B
Als een gewicht van het eerste stokje wordt gehaald, springen de ijsstokjes weg.
C
Als er een verandering van luchtdruk is, springen de ijsstokjes weg
D
Als er een windvlaag is (doordat bijvoorbeeld de deur opengaat), springen de ijsstokjes weg.

Slide 20 - Quiz

Hoe kun je zien dat dit een instructiefilmpje is?

Slide 21 - Open question

Wat heb je nodig om zelf thuis zo’n alarmsysteem van ijsstokjes te maken?

Slide 22 - Open question

Leggen de jongens
het maken van een alarmsysteem van ijsstokjes duidelijk uit? Waarom wel of niet?

Slide 23 - Open question

Noteer vier kenmerken van een instructiefilmpje.

Slide 24 - Open question

Les 7
Maak vraag 1 t/m 4 + 6 van blz. 18-19. 
Schrijf de antwoorden in je schrift. 
Je werkt zelfstandig en in stilte. 
Na 8 minuten maken we klassikaal vraag 5. 
timer
8:00

Slide 25 - Slide