I. Voorstelling: Wat is er te zien en/of te horen? Wat voor soort film(voorstelling) is er te zien?
II. Inhoud: Waar gaat de film over: Wat is het onderwerp, het verhaal, het thema, het idee of concept? Wat is de boodschap of (diepere) betekenis?
III. Vormgeving: Hoe wordt de filmvoorstelling vormgegeven door middel van a. spel, b. theatervormgeving,
c. filmtechnische vormgeving: met welke filmspecifieke technieken wordt de filmvoorstelling vormgegeven?