What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling les
Herhaling les
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling les
Slide 1 - Slide
Le programme
Le pronom possessif
Les jours de la semaine
Le verbe ''avoir''
Le verbe ''être''
Les verbes en -er
Les chiffres
La négation
L'heure
Écrire
Slide 2 - Slide
le pronom possessif:
geeft bezit aan, van wie iets is
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Choisis le bon pronom possessif:
(jouw)............maison (v)
A
ton
B
ta
C
tes
Slide 4 - Quiz
Choisis le bon pronom possessif:
(zijn)..........soeur
A
sa
B
ses
C
son
Slide 5 - Quiz
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.
_________ (haar) oncle (m)
A
sa
B
tes
C
son
D
ses
Slide 6 - Quiz
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.
_________ (zijn) copine (v)
A
sa
B
ton
C
son
D
ta
Slide 7 - Quiz
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.
______________(mijn) amies
A
mes
B
mon
C
ma
D
ton
Slide 8 - Quiz
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.
_________ (zijn) oncles
A
ton
B
tes
C
son
D
ses
Slide 9 - Quiz
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.
_________ (haar) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton
Slide 10 - Quiz
Le pronom possessif
vrouwelijk
meervoud
mannelijk
mon
ma
mes
Slide 11 - Drag question
Bezittelijke Voornaamwoorden meervoud
Maak de juiste combinaties.
Le pronom possessif
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
notre
votre
leurs
vos
votre
nos
leur
notre
leur
Slide 12 - Drag question
Bezittelijke Voornaamwoorden enkelvoud
Maak de juiste combinaties.
Le pronom possessif (apprendre 5)
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
mon
ton
son
ta
tes
mes
ses
ma
sa
Slide 13 - Drag question
Les chiffres
wat is: 20?
A
quatre
B
vingt
C
dix-neuf
D
dix
Slide 14 - Quiz
Les chiffres
wat is: 13?
A
quatre
B
vingt
C
quatorze
D
treize
Slide 15 - Quiz
Écoute et choisis les bons chiffres
A
73 – 5 – 57 – 43 – 80
B
73 – 15 – 57 – 43 – 90
C
73 – 15 – 57 – 42 – 90
Slide 16 - Quiz
Avoir
être
J'ai
tu as
il a
On a
Nous avons
Vous avez
ils ont
je suis
Tu es
il est
On est
Nous sommes
Vous êtes
Elles sont
Ils sont
Slide 17 - Drag question
Verbes en er
parlons
parles
parlent
parle
parle (ik)
parlez
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Slide 18 - Drag question
Les jours de la semaine
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
dinsdag
maandag
zondag
mardi
vendredi
mercredi
lundi
samedi
jeudi
dimanche
Slide 19 - Drag question
Welke kloktijd hoort bij welke klok?
Il est midi.
Il est trois heures moins le quart
Il est quatre heures et quart
Il est midi et demi.
Slide 20 - Drag question
Welke kloktijd hoort bij welke klok?
Il est une heure
Il est une heure et quart
Il est deux heures moins le quart
Il est deux heures et demie
Slide 21 - Drag question
Quelle est la négation de la phrase :
Je parle beaucoup
A
Je parle ne pas beaucoup
B
Je ne pas parle beaucoup
C
Je ne parle pas beaucoup
Slide 22 - Quiz
La négation
va
pas
Elle
à
ne
l'école
Slide 23 - Drag question
More lessons like this
Herhaling les
11 days ago
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Herhaling les
16 days ago
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Herhaling les
5 days ago
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Herhaling les
16 days ago
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
avoir/etre/faire/heures/pr.poss.
11 days ago
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Revision examen ch 3 1-03-24
March 2024
- Lesson with
45 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Les7 U2
January 2021
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Chapitre 3
November 2024
- Lesson with
21 slides
frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1