Thema 1, week 1 Les 1a - de fiets (verkeer en vervoer)

Welke onderdelen van een fiets ken jij?
1 / 16
next
Slide 1: Mind map
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 14 min

Items in this lesson

Welke onderdelen van een fiets ken jij?

Slide 1 - Mind map

Lesdoel
Ik leer  twaalf woorden over verkeer en vervoer.

Slide 2 - Slide

Luister naar het verhaal

Slide 3 - Slide

de bagagedrager

het rek achterop de fiets waar je spullen op vast kunt maken

Slide 4 - Slide

cirkelen
een beweging in een rondje maken


De vogels vliegen in rondjes, dat noem je ook wel dirkelen.

Slide 5 - Slide

het frame
     het onderdeel van de fiets waaraan de wielen, het stuur, de trappers en het zadel vastzitten

Slide 6 - Slide

naderen
 dichterbij komen

Het schip komt steeds dichterbij. Ik zie hem naderen.

Slide 7 - Slide

passeren
iemand of iets voorbij gaan


De blauwe auto
gaat de rode auto voorbij.

Een ander woord voor voorbijgaan is passeren.

Slide 8 - Slide

de reflector
een plaatje dat licht terugkaatst, zodat het in het donker beter te zien is

De trapper van een fiets heeft ook een refelctor.


Slide 9 - Slide

de slagboom
     paal of balk als afsluiting van een weg

Als er een tein aankomt gaat de slagboom dicht.


Slide 10 - Slide

de snelbinder
een band van elastiek waarmee je spullen achterop je fiets kunt vastmaken

Mijn schooltas doe ik altijd onder de snelbinder.


Slide 11 - Slide

de veerpont
    
een boot die mensen van de ene kant naar de andere kant van het water brengt




Slide 12 - Slide

de verkeersdrempel
    
een hobbel in de weg, die ervoor zorgt dat mensen zachter gaan rijden




Slide 13 - Slide

de versnelling
  iets waarmee je door te schakelen kunt bepalen hoe hard je kunt rijden of trappen




fietsversnelling
autoversnelling

Slide 14 - Slide

de zadelhoogte
 hoe hoog de zitting van een fiets is


Als je zadelhoogte niet goed is kun je niet goed fietsen.

Slide 15 - Slide

Aan het werk
 Thema 1, week 1
Les 1a

Klaar: 10 x plussen

Slide 16 - Slide