H3L7 - 1THE - Vrijdag 16 februari - 2.8 Grammatica woordsoorten

Welkom 1THE : )


 

Planning van dit uur
  • Tien minuten stillezen of werken aan boekopdracht
  • Tweede meting woordsoorten! Winnaar krijgt iets lekkers van chocola.  woordso

Aan het einde van deze les
  • heb je herhaald wat woordsoorten zijn;
  • weet je wat je moet doen als je woordsoorten moet benoemen;
  • kan je een bijvoeglijk naamwoorden en voorzetsels aanwijzen in een zin. 




Toetsen en opdrachten die eraan komen: 
  • Fictie-opdracht 2: profiel
    5 maart
  • Repetitie hoofdstuk 3
    toetsweek eind maart
  • Fictie-opdracht 3 boekpresentaties
    vanaf half april
timer
10:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom 1THE : )


 

Planning van dit uur
  • Tien minuten stillezen of werken aan boekopdracht
  • Tweede meting woordsoorten! Winnaar krijgt iets lekkers van chocola.  woordso

Aan het einde van deze les
  • heb je herhaald wat woordsoorten zijn;
  • weet je wat je moet doen als je woordsoorten moet benoemen;
  • kan je een bijvoeglijk naamwoorden en voorzetsels aanwijzen in een zin. 




Toetsen en opdrachten die eraan komen: 
  • Fictie-opdracht 2: profiel
    5 maart
  • Repetitie hoofdstuk 3
    toetsweek eind maart
  • Fictie-opdracht 3 boekpresentaties
    vanaf half april
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Bouten en moeren

Slide 2 - Slide

Bouten en moeren
werkwoord
huilen
denken
zijn
worden
zelfstandig naamwoord
Amsterdam
hoofd
H&M
vriendin
bijvoeglijk naamwoord
leuk
nieuw
vervelend
gouden
voorzetsel
achter
in
terwijl
aan
...
...
...
...
...

Slide 3 - Slide

Bouten en moeren
Woordsoorten

Slide 4 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
  • zegt iets over een zelfstandig naamwoord
  • geeft extra informatie over het zelfstandig naamwoord
  • kan ervoor én erachter staan  

Slide 5 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
  • zijn snelle auto / zijn auto is snel
  • het groene glas / het glas is groen
  • een Syrisch buurmeisje / het buurmeisje is Syrisch
  • de reusachtige villa / de villa is reusachtig
  • die mooie, rode broek / de broek is mooi en rood

Slide 6 - Slide

De volgende woordsoort is: het voorzetsel

Wat is het voorzetsel in deze zin:
'Gisterenavond liep de oudste jongen heel snel naar huis.'
A
oudste
B
heel
C
snel
D
naar

Slide 7 - Quiz

Voorzetsel
  • staat nooit alleen, hoort bij één of meer andere woorden

  • trucje:
    Zet het woord voor ... de kast of ... de vakantie

Slide 8 - Slide

Welk woord is een voorzetsel?
A
op
B
klein
C
tas
D
nooit

Slide 9 - Quiz

Welk woord is een voorzetsel?
A
naast
B
tijdens
C
met
D
want

Slide 10 - Quiz

Welk woord is GEEN voorzetsel?
A
achter
B
na
C
gedurende
D
wederom

Slide 11 - Quiz

Huiswerk bespreken
Wat
Huiswerk bespreken (opdracht 3 t/m 6, 8 en 10 van 2.7 Grammatica zinsdelen)
Hoe
Klassikaal
Hulp
Docent
Tijd
Ongeveer vijf minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie  
Klaar
Hierna gaan we verder met de les

Slide 12 - Slide

Opbouw van een tekst
(samenhang, logische volgorde)

Inleiding 
Aandacht trekken, onderwerp noemen

Kern 
Langste gedeelte, informatie over onderwerp en deelonderwerpen

Slot
Samenvatting of conclusie, geen nieuwe informatie
dak



muren


fundering

Slide 13 - Slide

Opbouw tekst
Alinea


Alinea


Alinea


Alinea
Kernzin

Toelichting
Inleiding


Kern 





Slot

Slide 14 - Slide

Kernzin
  • Belangrijkste zin van een alinea
  • De andere zinnen van de alinea zijn een toelichting (uitleg, cijfers of voorbeeld) bij de kernzin 
  • Vaak de eerste zin, soms ook de laatste zin

Slide 15 - Slide

Wat is in deze alinea de kernzin? 
Freerunnen is al lang geleden ontstaan. De eerste keer dat iemand freerunde, was in Parijs rond 1980. Een groep jongeren woonde in de stad waar niet zoveel ruimte was om te bewegen. Ze bedachten manieren om zo snel en sierlijk mogelijk van A naar B komen. Dat was het begin van het freerunnen zoals we dat nu kennen.'


Slide 16 - Slide

Wat is in deze alinea de kernzin? 
Freerunnen is al lang geleden ontstaan. De eerste keer dat iemand freerunde, was in Parijs rond 1980. Een groep jongeren woonde in de stad waar niet zoveel ruimte was om te bewegen. Ze bedachten manieren om zo snel en sierlijk mogelijk van A naar B komen. Dat was het begin van het freerunnen zoals we dat nu kennen


Slide 17 - Slide

Wat is in deze alinea de kernzin? 
De eerste keer dat iemand freerunde, was in Parijs rond 1980. Een groep jongeren woonde in de stad waar niet zoveel ruimte was om te bewegen. Ze bedachten manieren om zo snel en sierlijk mogelijk van A naar B komen. Dat was het begin van het freerunnen zoals we dat nu kennen. Freerunnen is al lang geleden ontstaan. 


Slide 18 - Slide

Individueel werken 
Wat
Lees de leerteksten 'Tekstopbouw' en 'Opbouw van alinea's' (bladzijde 149).
Maak opdracht 1 t/m 8 van 3.3 Lezen. 
Hoe
Rustig overleggen
Hulp
Docent
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie 
Klaar
Lees in je leesboek of werk aan de profielopdracht 

Slide 19 - Slide

Samenvatting van de les
Jij
  • hebt herhaald hoe je het werkwoordelijk gezegde van een zin vindt;
  • hebt herhaald hoe je het onderwerp van een zin vindt;
  • hebt herhaald hoe je het lijdend voorwerp van een zin vindt. 


Huiswerk 
Repetitie hoofdstuk 2 voorbereiden

    Slide 20 - Slide