- Phrasal Verbs = combinatie van een werkwoord + voorzetsel
- in, on, up, away, by, about, over, around, out, off, down, back,
through, along, forward
- Soms duidelijke betekenis: "get on", "drive off", "come back"
- Soms onduidelijker: "lay off" (ontslaan), "keep up" (volhouden)