Examentraining 27 november 2020

Agenda
  • Herhaling theorie uit het boek Leidinggeven
  • Examenvragen 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ManagementMBOStudiejaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Agenda
  • Herhaling theorie uit het boek Leidinggeven
  • Examenvragen 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leg het verschil uit tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Noem de 6 beinvloedingsstrategieen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Geef een stroke aan je buurman/vrouw

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Een hygiënefactor heeft te maken met hoe iemand zijn werk doet.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

In welke behoefte van de piramide van Maslow wordt voorzien als je medewerkers vraagt bij het nemen van beslissingen?
A
Waardering & erkenning
B
Sociale acceptatie
C
Veiligheid & zekerheid
D
Zelfontplooiing

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Autocratisch leiderschap
Leiderschap waarbij de leider het alleen voor het zeggen heeft. Medewerkers zijn ondergeschikt.
Zorgt voor: snel en efficient behalen van resultaat

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Autocratisch leiderschap
Autoritair: vorm van autocratisch leiderschap waarbij de leider gehoorzaamheid afdwingt.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Autocratisch leiderschap
Directief: vorm van autocratisch leiderschap waarbij het uitvoeren van taken en persoonlijk succes van de manager vooropstaan.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Consulterend leiderschap
Leiderschap waarbij de leidinggevende advies vraagt aan zijn medewerkers maar uiteindelijk zelf beslist.

Zorgt voor: tijdsbesparing voor leidinggevende en de capaciteiten van medewerkers komen beter tot uiting.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Democratisch leiderschap
Leiderschapsstijl waarbij de leidinggevende de mening van de meerderheid volgt.

Zorgt ervoor dat:
  • Zich gestimuleerd voelen in hun creativiteit;
  • Zich verantwoordelijk voelen voor het resultaat van het team;
  • Betrokken zijn bij de organisatie;
  • Zich gemotiveerd voelen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Laisser-faire
Leiderschap waarbij de leidinggevende (bijna) alles aan de medewerkers overlaat.

Zorgt voor: eigen verantwoordelijkheid

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Situationeel leidinggeven
leiderschapsstijl afhankelijk van de situatie die je aantreft bij je medewerkers

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Taakvolwassenheid
de mate waarin medewerkers hun taken kunnen en willen uitvoeren

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vier niveaus van taakvolwassenheid
Hersey en Blanchard onderscheiden vier niveaus van taakvolwassenheid:
M1: kan taak niet uitvoeren en wil dit/durft dit ook niet
M2: kan taak niet uitvoeren maar wil dit wel (proberen)
M3: kan taak wel uitoveren maar wil dit niet of is onzeker
M4: kan taak uitvoeren en wil dit ook en is vol zelfvertrouwen
M staat voor Maturity = taakvolwassenheid

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vier leiderschapsstijlen
Hersey en Blanchard onderscheiden vier leiderschapsstijlen
S1: Veel sturing en weinig ondersteuning -> Instrueren
S2: Veel ondersteuning en sturing -> Overtuigen
S3: Veel ondersteuning en weinig sturing -> Overleggen

Slide 18 - Slide

leiderschapsstijl die je kiest moet in overeenstemming zijn  met de taakvolwassenheid van medewerker

naarmate de kennis en vaardigheid toeneemt neemt de behoefte aan ondersteuning en sturing af

S1: autoritaire stijl. Specifieke instructies en toezicht op geleverde resultaten
S2: begeleiden, Voordoen en ruimte geven om vragen te stell;en
S3: medewerker kan het maar is onzeker of heeft geen fut. Focus op coachen/steunen
S4: democratisch. Loslaten en inspireren


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vier leiderschapsstijlen
Hersey en Blanchard onderscheiden vier leiderschapsstijlen
S1: Veel sturing en weinig ondersteuning -> Instrueren
S2: Veel ondersteuning en sturing -> Overtuigen
S3: Veel ondersteuning en weinig sturing -> Overleggen
S4: Veel ondersteuning en weinig sturing -> Delegeren

Slide 20 - Slide

leiderschapsstijl die je kiest moet in overeenstemming zijn  met de taakvolwassenheid van medewerker

naarmate de kennis en vaardigheid toeneemt neemt de behoefte aan ondersteuning en sturing af

S1: autoritaire stijl. Specifieke instructies en toezicht op geleverde resultaten
S2: begeleiden, Voordoen en ruimte geven om vragen te stell;en
S3: medewerker kan het maar is onzeker of heeft geen fut. Focus op coachen/steunen
S4: democratisch. Loslaten en inspireren


Slide 21 - Slide

taakvolwassenheid vergroten?
sturing: taakgericht-> instrument zet je in als medewerker de taak niet kan uitvoeren. Organiseren van werk, verduidelijken, plannen, controleren

Ondersteuning: relatiegericht-> medewerker wil taak niet uitvoeren. Luisteren, aanmoedigen, feedback geven