What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Thematekst moeilijke woorden
Woordenschat
bij Goudhaartje en de drie beren uit "Gruwelijke rijmen"
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Basisschool
Groep 7
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordenschat
bij Goudhaartje en de drie beren uit "Gruwelijke rijmen"
Slide 1 - Slide
Wat betekent "griet"?
A
meisje
B
jongen
C
vrouw
D
man
Slide 2 - Quiz
Wat betekent "delinquent"?
A
een rotkind
B
iemand die meubels maakt
C
iemand die iets strafbaars doet
D
een frans stokbrood
Slide 3 - Quiz
Wat betekent "gajes"?
A
fijne mensen
B
slecht mensen
C
saaie mensen
D
juffen
Slide 4 - Quiz
Wat betekent "misdadig"?
A
iets mist
B
iets fouts
C
iets goeds
D
iets vervelends
Slide 5 - Quiz
Wat betekent "Bijlmerbajes"?
A
Een gevangenis
B
Een bakkerij in de Bijlmer
C
Een bakkerij
D
Een gevangenis in de Bijlmer
Slide 6 - Quiz
Wat betekent "zalig"?
Slide 7 - Open question
Wat betekent "kadetjes"?
A
frietjes
B
jam
C
borden
D
broodjes
Slide 8 - Quiz
Wat betekent "loeiend"?
A
een langgerekt vervelend geluid
B
een hoog vervelend geluid
C
een langgerekt prettig geluid
D
een hoog prettig geluid
Slide 9 - Quiz
Wat betekent "uitmuntend"?
Slide 10 - Open question
Wat betekent "protesteren"?
A
laten weten dat je ergens blij mee bent
B
laten weten wat voor werk je doet
C
laten weten hoe je iets moet doen
D
laten weten dat je het er niet mee eens bent
Slide 11 - Quiz
Wat betekent "zelden"?
A
altijd
B
bijna altijd
C
bijna nooit
D
nooit
Slide 12 - Quiz
Wat betekent "voldaan"?
A
dat je iets vol hebt gedaan
B
dat je tevreden bent
C
dat je Daan volgt
D
dat je hulp nodig hebt
Slide 13 - Quiz
Wat betekent "stoelgang"?
Slide 14 - Open question
Wat betekent "gulzig"?
A
lekker eten en drinken
B
heel traag eten en drinken
C
snel eten en drinken
D
niet willen eten of drinken
Slide 15 - Quiz
Wat betekent "allicht"?
A
natuurlijk
B
echt niet
C
misschien
D
vanzelfsprekend
Slide 16 - Quiz
Wat betekent "antiek"?
A
oude kunstvoorwerpen
B
oude siervoorwerpen
C
oude gebruiksvoorwerpen
D
oude mensen
Slide 17 - Quiz
Wat betekent "commode"?
A
een lekker toetje
B
een hoge kast zonder poten met deuren
C
lage kast op poten met lades
D
een kledingstuk
Slide 18 - Quiz
Wat betekent "erfenis"?
A
wat je iemand geeft wanneer hij/zij overlijd
B
wat je zegt wanneer iemand overlijd
C
wat je schrijft wanneer iemand overlijd
D
wat je van iemand krijgt wanneer hij/zij overlijd
Slide 19 - Quiz
Wat betekent "antiquiteiten"?
A
verzamelnaam antiek
B
verzamelnaam eten
C
verzamelnaam kleding
D
verzamelnaam dieren
Slide 20 - Quiz
Wat betekent "fluks"?
A
traag
B
snel
C
hoog
D
laag
Slide 21 - Quiz
Wat betekent "frêle"?
A
breekbaar
B
sterk
C
broos
D
zwak
Slide 22 - Quiz
Wat betekent "verbrijzeld"?
A
vernielt door in grote stukken te hakken
B
gerepareerd door grote stukken aan elkaar te maken
C
gerepareerd door kleine stukjes aan elkaar te maken
D
vernielt door in kleine stukjes te slaan
Slide 23 - Quiz
Wat betekent "huisvredebreuk"?
A
met toestemming een huis in gaan
B
zonder toestemming een huis in gaan
C
inbreken
D
een huis met een breuk
Slide 24 - Quiz
Wat betekent "dwangarbeid"?
A
aanbieden om vrijwillig werk te doen
B
een gevangenisstraf
C
gedwongen worden om werk te doen
D
een boete
Slide 25 - Quiz
More lessons like this
Goudhaartje en de drie beren, Close Reading
April 2021
- Lesson with
10 slides
Lezen
Basisschool
Groep 7,8
Poëzie - les 2
August 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Poëzie - les 3
May 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Woordenschat thema verdwalen
April 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Nederlands 4 - Poëzie
September 2022
- Lesson with
11 slides
Cultuur
Secundair onderwijs
Reclame
February 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Reclame
June 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 13 - Poëzieweek
January 2024
- Lesson with
48 slides
Nederlands
Secundair onderwijs