NT2, Les 4

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag in deze les
- Spreekwoorden!
-> Wat zijn dat?
-> Waarom gebruiken we dat?
- In 2 groepjes een paar spreekwoorden behandelen.
- In de grote groep aan elkaar de spreekwoorden uitleggen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Surf naar lessonup.com op je laptop. Vul meteen de code in bovenaan het scherm bij leerling PIN code. Je hoeft niet in te loggen!
Of surf naar lessonUp.app op je telefoon. Vul de code in bij code invoeren. Je hoeft niet in te loggen!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn spreekwoorden?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn spreekwoorden?
  • Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een (volks)wijsheid, een gezamenlijke ervaring of morele opvatting weergeeft.
  • Het is een mededelende zin en vaak wordt in het eerste zinsgedeelte de oorzaak genoemd en in het tweede gedeelte het gevolg.

Slide 5 - Slide

moraliteit: Gedragingen die in een gemeenschap wenselijk zijn.
Wat betekent:
'Als kippen tanden hebben'?
A
Kippen krijgen een vals gebit.
B
Je wacht op iets wat nooit zal gebeuren.
C
Geen idee.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Wat zijn spreekwoorden?
Vb.:
‘Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel’. 

  • In het eerste deel van de zin wordt de oorzaak genoemd, namelijk ‘de kat is van huis’. In het tweede deel van de zin wordt het gevolg genoemd, ‘de muizen dansen op tafel’.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent:
'Met een ui ontbijten'?
A
Minder krijgen dan je verwacht.
B
Die persoon lust graag uien.
C
Geen idee.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent:
'Achter de wolken schijnt de zon'?
A
Na een moeilijke periode komen altijd betere tijden.
B
Het is letterlijk zo.
C
Geen idee.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent:
'Tijd is geld'?
A
Hoe korter je werkt, hoe meer geld je krijgt.
B
Hoe langer je over iets doet, hoe meer geld het kost.
C
Geen idee.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

In groepjes oefenen.
Wat betekenen deze spreekwoorden?
Team mvr. Volbeda:
  • Het is lood om oud ijzer.
  • Uit het lood geslagen zijn.
Team mvr. Catherin:
  • Met lood in de schoenen.
  • De laatste loodjes wegen het zwaarst.
                         
                           5 á 10 minuutjes in je groepje overleggen, daarna gezamenlijk de oplossingen         bespreken.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Oplossing:
  • Het is lood om oud ijzer: Het komt op hetzelfde neer.
  • Uit het lood geslagen zijn: Niet meer weten hoe het verder moet.
  • Met lood in de schoenen: Met tegenzin iets doen.
  • De laatste loodjes wegen het zwaarst: De afwerking is vaak het lastigst.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Bij de loodgieter thuis lekt de kraan.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Bij iemand anders klussen opknappen, maar je eigen huis verwaarlozen!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Even samenvatten
  • We hebben gezien wat spreekwoorden zijn.
  • We hebben geoefend met de betekenis van spreekwoorden.
  • Jullie hebben geoefend met spreken.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vragen?
VRAGEN?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk!
Zoek 3 moeilijke woorden op uit je vaktheorie. 
Zoek hun betekenis op!
Mail ze naar mij!!!
Dan maak ik een nieuwe quiz.
ccatherin@deltion.nl

Tot volgende week!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions