snel lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Snel lezen

                  * Maak een groepje van vijf

                  * Je krijgt per vraag een X aantal minuten

                  * Per vraag:

                  1) Bij elke vraag gaat er 1 persoon naar voren

                    om de tekst te lezen en antwoord te geven
                    op de vraag.

                  2) Deze persoon loopt terug, noemt het
                       antwoord bij de vraag.

                  3) Een ander persoon uit de groep noteert

                      het antwoord.

   KLAAR!

1. Wat is het onderwerp van

de tekst?

2. De woorden A t/m H staan onderstreept in de tekst?

Schrijf de woorden onder elkaar. Zoek in de rechter rij de betekenis.

A. zich er met een jantje -van-     - geraamte

     leiden vanaf maken (al. 1)

B. grif  (al. 2)                                       - aanwijzing voor te

                                                                 volgen gedrag

C. over de toonbank gaan (al.2)   - meer dan nodig

D. instelling (al. 3)                             - mentaliteit, houding

E. karkas (al. 3)                                   - niet je best doen

F. overdadig (al. 4)                            - overheersen

G. de boventoon voeren (al.5)       - snel

H. richtlijn (al. 6)                                - verkocht worden

3. Welke tegenstelling herken je in alinea 1?

4. 'Ik vermoed dat die vanwege het commerciële belang op veel scholen nu ook nog worden verkocht.' (al. 2)

     Welk commercieel belang heeft een school om

     frikandel- saucijzenbroodjes te bieden?

5. Geef op basis van alinea 3 aan wat er in het schema

     bij A en B moet worden ingevuld.

Ik vind dat scholen voor 100% gezonde voeding moeten gaan.

                                           want

                                               A

want

                                               B

6. Noem vier redenen waarom het een goed idee is om
warme gebraden kippenpootjes in de schoolkantines aan te bieden?

7. 'Lekker snoepen met een mooie aankleding (al.4)

Wat bedoelt de schrijver met ' een mooie aankleding' ?

8. 'Dat geldt ook voor een stuk pizza'. (al.5)

Wat bedoelt de schrijver daarmee?

9. Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

A. Er zijn voor schoolkantines voldoende gezonde, aan-

     trekkelijke en goedkopere alternatieven te bedenken

     voor minder gezonde snacks.

B. Leerlingen komen ongetwijfeld naar de kantine voor

     snoep en een stuk pizza.

C. Schoolkantines kunnen echt wel 100% gezonde
    voeding aanbieden, maar dat moeten ze wel willen.

D. Ten minste 75% van de producten die schoolkantines

     aanbieden moeten basisproducten zijn uit de schijf
     van vijf.

10. Wat is het belangrijkste doel van de tekst?