hst 5 paragraaf 1 "Geluid maken en ontvangen"

Hst 5.1 "geluid maken en ontvangen"
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hst 5.1 "geluid maken en ontvangen"

Slide 1 - Slide

Geluid is...
  • een trilling (let maar op;))
  • heeft altijd een bron nodig, iets dat de trilling veroorzaakt
  • heeft iets nodig om doorheen te reizen ( let maar op;))
  • verplaatst zich als een golf

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Geluidsbron
Geluid ontstaat door het trillen van een geluidsbron.
  • stembanden in je keel
  • snaren van een gitaar
  • conus van een luidspreker
  • de motor van een scooter
  • aanslaan van een stemvork

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling, een golf zoals light.
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje zoals water

Slide 6 - Quiz

Geluid komt uit .....
A
een geluidsbron
B
een lichtbron
C
je oren

Slide 7 - Quiz

0

Slide 8 - Video

drukverandering

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoe werkt het oor?

Slide 13 - Slide

Hoe bereikt het geluid jouw oren?
De luchtdruk rondom het voorwerp verandert een klein beetje, waardoor de trillingen zich in alle richtingen bewegen. 

De trillingen bewegen door een tussenstof naar jouw oren. 

Meestal is die tussenstof lucht 

Slide 14 - Slide

Tussenstof
de tussenstof is vaak lucht, maar niet altijd. 

De tussenstof kan ook een vast stof of vloeistof zijn. 

De snelheid van geluid is afhankelijk van de tussenstof
In de lucht is de geluidsnelheid ongeveer 340 m/s

Slide 15 - Slide

Geluid kan zich niet verplaatsen in
A
Vaste stoffen
B
Gassen
C
Luchtledige
D
Vloeistoffen

Slide 16 - Quiz

geluid verplaats door.....
A
Muziek
B
elektronen
C
Golven

Slide 17 - Quiz

De geluidssnelheid is het grootst in?
A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Gassen

Slide 18 - Quiz

Geluid horen
De trillingen/geluidsgolven bereiken je oren. 

Je trommelvlies gaat meetrillen met de geluidsgolven.
Je hersenen ontvangen een signaal van zintuigcellen waardoor je geluid 'hoort' 

Slide 19 - Slide

snelheid berekenen

Slide 20 - Slide

afstand berekenen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Bij de volgende vragen ben je je aantekeningen schrift nodig.
Je maakt de opdrachten in je aantekeningen schrift in de les gaan we ze behandelen.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Een microfoon is een ........

A
Geluidsbron
B
Geluidsontvanger

Slide 26 - Quiz

Het menselijk gehoor kan geluiden horen met een frequentie tussen ....
A
20 en 2000 Hz
B
20 en 30000 Hz
C
10 en 20000 Hz
D
20 en 20000 Hz

Slide 27 - Quiz

geluid komt van de geluidsbron via de lucht in je oor
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Geluid kan zich alleen verplaatsten door lucht
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

snelheid berekenen

Slide 30 - Slide

afstand berekenen

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Geluidsnelheid 
De snelheid van het geluid in lucht is 343 m/s.



De snelheid waarmee het geluid zich voortplant is afhankelijk van het medium waar het doorheen gaat.
(Zie tabel 1 op bladzijde 64 in het boek)


Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Geluid horen
Oorschelp
Gehoorgang
Trommelvlies
Gehoorbeentje
Slakkenhuis
Gehoorzenuw

Slide 37 - Drag question

Geluidsbron
Geluidsgolf
Tussenstof
Trommelvlies

Slide 38 - Drag question

Geluidsgolven

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide