3 vwo - 11.1 leestekst oefenen en blooket

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

bei Deutsch

3. Klasse VWO

Periode 3 

KW 11

vandaag:

studieplanner

leestekst

Blooket

Willkommen!

LernZiel:

Je weet welke vragen je krijgt op je leestoets

Je kent de woordjes voor je toets. 

Heute:

StudiePlanung

Lesetext 

Blooket

Rebus:

  🧹            👨‍🍳   🥚             🪹 

b=d          k=w    -i            n=t

 -n    

                          

 

     

Studieplanner

KW 6  = Buch A K3.3 gesprek presenteren + Buch B Seite 102, 152 (N-D)

KW 7  = voorz. 2e, 3e, 4e naamval + Buch B Seite 154 (N-D)

KW 8  = keuzevoorzetsels + geslachtsregels + Buch B Seite 102, 152, 154 (N-D)

KW 9 FrühlingsFerien

KW 10 = Leestoets oefenen + Buch B Seite 102, 104, 152, 154

KW 11  = TOETS lezen en idioom

KW 12 = alle voorzetsel + naamvallen + blz. 153 ook zinnen

KW 13 = alle voorzetsel + naamvallen + blz. 155 ook zinnen

KW 14 = alle voorzetsel + naamvallen + blz. 153 & 155 ook zinnen

KW 15 = toetsweek

Vragen leestoets

Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke in Absatz 1?

(Absatz 2) Was geht aus diesen Zeilen hervor?

Welche der folgenden Aussagen ist, diesem Abschnitt nach, korrekt?

Welcher Titel passt zum 3. Absatz?

Welche Aussage über Arne stimmt mit dem 4. Absatz überein?

Worum handelt es sich im 5. Absatz?

Wie schließt der Satz „...“ an den vorhergehenden Satz an? (Absatz 1)

Was ist der Kern des 2. Absatzes?

„...“ (Absatz 4) Was spricht aus diesen Sätzen?

Was will der Verfasser mit diesem Satz deutlich machen?

A Akzeptanz

B Begeisterung

C Erleichterung

D Trauer

Maak de oefentoets

in stilte

individueel

Ziel

Je weet welke vragen je krijgt op je leestoets

Je kent de woordjes voor je toets. 

Hast du das Ziel erreicht?

der nächste Unterricht

Boek B + laptop + lader mee

Huiswerk / leerwerk overhoren!

das Ende

Wat vond je van de les?

Wat heb je geleerd?

Wat was er nuttig?

Heb je een tip voor iemand?

Kies drie vragen en schrijf het antwoord op

tschüss!                   auf Wiedersehen!

tschüss!                   auf Wiedersehen!

ga naar 

hoofdstuk 1 -5 was huiswerk

Je moet elk rondje 'goud' maken door hem nog een keer te doen.

Vergeet de verhaaltjes niet!