week 6 - les 1 B1F en P1B delend lidwoord

1 / 20
next
Slide 1: Link
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Link

  • La grammaire - delend lidwoord
  • Le vlog - des questions?
  • Parler
  • Bingo
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik geoefend met het delend lidwoord
  • heb ik geoefend met praten
  • heb ik geoefend met de cijfers

Slide 2 - Slide

Aantekening: stap 1
staan de volgende werkwoorden [adorer, préférer, aimer, détester] in de zin? Dan gebruik je : le / la / l' / les

Bijvoorbeeld: J'adore les pommes

Slide 3 - Slide

stap 2
Staat er voor het zelfstandig naamwoord een getal in de zin?
Dus bijvoorbeeld: Je mange 3 pommes.

Dan vul je niks in.

Slide 4 - Slide

stap 3
Staat er een hoeveelheidswoord of ontkenning in de zin?
Dan gebruik je: de / d'
Dus: Je ne mange pas de pommes
Je mange beaucoup de pommes

Slide 5 - Slide

Voorbeelden van hoeveelheidswoorden
  • un peu                        
  • beaucoup
  • une bouteille
  • peu
  • un verre
  • combien
  • un litre
  • un kilo
  • assez
  • trop
  • un gramme
  • un paquet
  • un morceau

Slide 6 - Slide

stap 4
Als er geen sprake is van stap 1 t/m 3 dan controleer je het volgende:

Slide 7 - Slide

Bij stap 4 gebruik je pas het delend lidw.
meervoud [eindigt op x / s]
des 
enkelvoud maar begint met aeiou/h
de l'  
vrouwelijk enk
de la   
mannelijk enk
du  

Slide 8 - Slide

Stelling: als je in het NE geen lidwoord gebruikt, gebruik je in het FA een delend lidwoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Deux kilos ....... pommes.
(Kies het goede delend lidwoord)
A
des
B
de la
C
de
D
du

Slide 10 - Quiz

Je ne bois pas ..... coca.
(Kies het goede delend lidwoord)
A
du
B
des
C
de la
D
de

Slide 11 - Quiz

Geef het juiste delend lidwoord.
Elle prend ..... lait (m)
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 12 - Quiz

Kies het juiste delend lidwoord:
Tu ne mange pas __ viande (v)?
A
de la
B
de

Slide 13 - Quiz

Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends une salade avec ___ poivrons (m).
A
du
B
des

Slide 14 - Quiz

Een delend lidwoord gebruik je
A
zowel in het Nederlands als in het Frans
B
alleen in het Nederlands
C
alleen in het Frans.
D
bij uitzonderingen in het Frans

Slide 15 - Quiz

Na een ontkenning of een hoeveelheidswoord gebruik je altijd
A
de of d'
B
hetzelfde delend lidwoord
C
je ne sais pas
D
des, d'

Slide 16 - Quiz

Le vlog
des questions?
Lukt het om de phrases bij apprendre 7 te veranderen naar eigen situatie?
Heeft iedereen script klaar?

Slide 17 - Slide

Les devoirs
B1F: vrijdag 1, 2 en 4, woensdag: 6 en 7
P1B woensdag: herhalen apprendre 1, 2, 4, 6 en 7

Slide 18 - Slide

Parler
Exercice 17: il aime .... / il n'aime pas ....

Exercice 18: Je prends ..../ je ne prends pas ....

Slide 19 - Slide

Au travail
Grammaire extra: delend lidwoord exercices 16f, 16g, 16h
blz 81 (plusklas blz 84)

Slide 20 - Slide