Stel we hangen het blokje van 2,0 kg uit de vorige opdracht aan een veer (begin lengte 15 cm) met veerconstante van 2,0 N/m.
a. Bereken hoeveel de veer uitrekt als je het blokje er aan hangt.
b. Bereken de lengte van de veer als het blokje er aan hangt.
c. Stel we gebruiken een stuggere veer, wordt de uitrekking nu groter of kleiner, leg je antwoord uit.