Arbeidsvaardigheden keuzes maken

Arbeidsvaardigheden






Doel van de les:

Keuzes maken


1 / 32
next
Slide 1: Slide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Arbeidsvaardigheden






Doel van de les:

Keuzes maken


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij kiezen?

Slide 3 - Mind map

Noem een keuze die
je vandaag gemaakt hebt.

Slide 4 - Mind map

welke deur kies jij?
1 week school
1 week gevangenis
1 week dakloos

Slide 5 - Slide

welke deur kies jij?


     
     

       
         
         
            Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
         
         
       

        12
       

       

       
         
           
              Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
           
         
       

       
       
         
           
              Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
           
         
       

       
         
           
              Differentiëer
           
         
         

           
             
                Differentiëer
             
             
             

             
                Instellingen
             
           
         
       


       
   
     
 
   
   
   
 

  Als je ergens werkt, moet je op je uiterlijk letten.
  
   
    
  
 
   
  
   

  
  
  
   
    
     
      
       
        A
         
          Eens
         
       
      
     
    
   
    
     
      
       
        B
         
          Oneens
         
       
      
     
    
   
    
     
    
   
    
     
    
   
  
 
 
 
   
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Quizvraag
 
 
       
       
     
   
 
       

       

       
   
   
     
     
   
 
     

     

     
   

5 jaar terug
nu
over 5 jaar
Tekst

Slide 6 - Slide

welke deur kies jij?
kamer vol vogelspinnen
kamer vol vuur
kamer vol ratten

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Je gaat een nieuwe telefoon kopen
A
Je gaat 20 mobieltjes bekijken voordat je een keuze maakt
B
Je gaat naar de winkel en je koopt er een
C
Je gaat kijken in de winkel. Denkt na over voor- en nadelen voordat je er een koopt.

Slide 9 - Quiz

Je moet koken voor vrienden
A
Je kijkt 3 uur naar recepten.
B
Je probeert wat nieuws
C
Je bedenkt iets en je belt met een vriend om te kijken of het een goed idee is.

Slide 10 - Quiz

Je moet je `s morgens aankleden
A
Je staat een half uur voor de kast en je probeert veel verschillende dingen.
B
Je pakt het eerst wat je ziet liggen.
C
Je denkt na over wat je gaat doen die dag. Daar hangt je kleding keuze vanaf.

Slide 11 - Quiz

Je moet een werkstuk maken bij techniek
A
Je leest de opdracht 4 keer door, daarna vraag je nog een klasgenoot
B
Je begint meteen te werken
C
Je leest de opdracht en denkt eerst goed na over wat je gaat doen

Slide 12 - Quiz

Hoe goed kun jij kiezen?

Had je het meeste a b of c


Vooral a: Je vindt het lastig om te kiezen

Vooral b: Je kunt snel keuzes maken. Te snel?

Vooral c: Je denkt goed na voor je een keuze maakt.

Slide 13 - Slide

Als je ergens werkt, moet je op je uiterlijk letten.

A
Eens
B
Oneens

Slide 14 - Quiz

Als je ergens werkt, spreek je jouw leidinggevende aan met U.
A
Eens
B
Oneens

Slide 15 - Quiz

Als je ergens werkt, is het netjes om samen met collega’s te eten.
A
Eens
B
Oneens

Slide 16 - Quiz

Als je ergens werkt, dan mag je altijd muziek luisteren met een koptelefoon of oortjes.
A
Eens
B
Oneens

Slide 17 - Quiz

Als je ergens werkt, moet je je aan de kledingeisen houden
A
Eens
B
Oneens

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

sollicitatiegesprek
of

Slide 22 - Slide

wat en waarom?

Slide 23 - Open question

conflict met een collega


of

Slide 24 - Slide

wat en waarom?

Slide 25 - Open question

Waarom werk je?


of

Slide 26 - Slide

wat en waarom?

Slide 27 - Open question

voordelen en nadelen.

Slide 28 - Slide

voordelen en nadelen

Slide 29 - Slide

voordelen en nadelen

Slide 30 - Slide

wat heb je van deze les geleerd?

Slide 31 - Open question

tops en flops

Slide 32 - Open question