Paragraaf 4.5: Continuïteit en verandering (Herhaling)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Planning

• Huiswerk nakijken
  
• Terugblik
• Uitleg
• Opdrachten maken

Huiswerk nakijken

Maak opdracht 9 t/m 13 van §4.4 én de test jezelf van de paragraaf.

Paragraaf 4.5: Continuïteit en verandering (Herhaling)

Naar welke plaats moeten moslims een bedevaart maken?

1. Mekka
2. Medina
3. Jeruzalem
4. Rome

Hoe gingen moslims om met de inwoners van de veroverde gebieden?

1. Zij moesten verplicht moslim worden.
2. Niet-moslims moeten een extra belasting betalen.
3. Mensen mochten hun eigen geloof behouden.
4. Niemand mocht meer varkensvlees eten.

Welke gebieden veroverden de moslims?

1. Noord-Afrika
2. Midden-Oosten
3. Spanje
4. Alle antwoorden zijn juist

		Jodendom	Christendom
Naam god?
Gebedshuis?
Leefregels?
'Belangrijkste' profeet?
Heilig boek?

Islam

Kenmerken van de islam.

Jaweh

God

Allah

5 zuilen

10 geboden

10 geboden

Synagoog

Moskee

Kerk

Mohammed

De Tenach 

De Bijbel

Jezus

Mozes

De Koran

Na deze les kan je..

• ..vertellen wat continuïteit en verandering is

• ..onderscheid maken in snelle, langzame, grote en kleine veranderingen.

Continuïteit en verandering

Continuïteit = iets wat hetzelfde blijft.

Continuïteit -> continu

Verandering = iets wat anders is.

Je gebruikt continuïteit en verandering in vergelijkingen.

Voorbeeld continuïteit 

Tijdens de Romeinse tijd geloofden Germaanse volken in natuurgoden...

Tijdens de vroege middeleeuwen 

(6e eeuw n.C.) deden ze dat óók. 

Het blijft dus hetzelfde!

Voorbeeld verandering

Tijdens de Romeinse tijd was er veel handel in Europa...

Tijdens de vroege middeleeuwen 

(6e eeuw n.C.) was er weinig handel meer. De geldeconomie verdween.

Er is dus een verandering!

Soorten 'gebieden' 

1. Politiek-bestuurlijk🤴

Wie heeft de macht? (Keizer, koning, etc.).

2. Economisch💰

Alles dat met geld te maken heeft.

3. Sociaal🧑‍🤝‍🧑

Hoe gaan mensen met elkaar om (relaties).

4. Cultureel🎨🎭📕✝️

Hoe uitten mensen zich? (Kunst, manier van denken, geloof, etc.).                            

Oefenen

is de zin een voorbeeld van politiek-bestuurlijke, economische, sociale of culturele zaken?

1. Germaanse volken geloofden in 

    natuurgoden.

2. In West-Europa was nauwelijks handel 

    en geen geldeconomie.

Oefenen

is de zin een voorbeeld van politiek-bestuurlijke, economische, sociale of culturele zaken?

3. Op het platteland leefden domeinheren 

    en boeren.

4. Het zuiden van Nederland werd 

    bestuurd door Germaanse koningen.

Soorten (Veranderingen)

Kleine veranderingen

Grote veranderingen

Snelle verandering

Langzame verandering     

Voorbeeld

Het bekeren van West-Europa door missionarissen was grote verandering (natuurgodsdienst -> christendom), maar ook een langzame verandering (enkele eeuwen). 

Opdrachten maken (hw)

Wat? Opdracht 1 t/m 8 van §4.5. 

Hoe? Individueel.

Hulp? Buurman/-vrouw of docent.

Tijd? 6 minuten (check).

Klaar? Lees de oriëntatie van hfd. 5.