What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Wiederholung Modalverben im Präteritum
dürfen
können
müssen
wissen
sollen
wollen
mögen
möchten
mogen (toestemming hebben)
kunnen
moeten (noodzaak, het kan niet anders)
weten
moeten (wil van ander)
willen
leuk vinden, lusten, houden van
graag willen (wens)
1 / 16
next
Slide 1:
Drag question
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
dürfen
können
müssen
wissen
sollen
wollen
mögen
möchten
mogen (toestemming hebben)
kunnen
moeten (noodzaak, het kan niet anders)
weten
moeten (wil van ander)
willen
leuk vinden, lusten, houden van
graag willen (wens)
Slide 1 - Drag question
Let op: betekenis
durften
(= mochten)
konnten
(= konden)
mochten
(= lustten, lekker vinden, hielden van)
mussten
(= moesten als noodzaak)
sollten
(= moesten als wens van een ander, aanrading, bevel)
wollten
(= willden)
wussten
(= weten - geen modaal ww, maar net zo vervoegd)
Slide 2 - Slide
Ich ______ gestern so schnell wie möglich nach Hause gehen.
A
wollte
B
wollten
C
wollt
D
wolltest
Slide 3 - Quiz
______ du letzte Woche in die Disko gehen?
A
dürftest
B
darftest
C
durftest
D
durfest
Slide 4 - Quiz
______ er, dass die letzte Stunde ausfiel?
A
wusst
B
wusste
C
wussten
D
wusstet
Slide 5 - Quiz
Wir ________ die richtige Antwort nicht finden.
A
könnten
B
können
C
konnten
D
konntet
Slide 6 - Quiz
Kenmerken Modalverben o.v.t.
In de verleden tijd (en het voltooid deelwoord) komt bij modale werkwoorden
nooit
een umlaut.
De uitgangen in de verleden tijd zijn gelijk aan de uitgangen van de zwakke werkwoorden in de verleden tijd:
ich = stam + te
du = stam + test
er/sie/es = stam + te
wir = stam + ten
ihr = stam + tet
sie/Sie = stam + ten
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Jetzt ein bisschen schwieriger.....
Slide 10 - Slide
Wann _____ du nach Berlin fahren?
(wollen)
Slide 11 - Open question
Ich _________ Rotkohl noch nie. (mögen)
Slide 12 - Open question
___________ ihr die Antwort im Examen? (wissen)
Slide 13 - Open question
Peter _________ sich beim Direktor melden. (sollen)
Slide 14 - Open question
Wir ________ im Regen Fahrrad fahren.
(müssen)
Slide 15 - Open question
Na deze les,
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
Slide 16 - Poll
More lessons like this
Wiederholung Modalverben im Präteritum
May 2024
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5
H4_Modale werkwoorden (t.t en v.t)
January 2023
- Lesson with
33 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Modale werkwoorden o.t.t. en o.v.t.
January 2025
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5,6
H4_Modale werkwoorden (t.t en v.t)
May 2023
- Lesson with
33 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Up3 11-01-2022, Wiederholung Verben, modalverben
December 2021
- Lesson with
38 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
A4_Modale werkwoorden (t.t en v.t)
November 2022
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
2.3 Modale werkwoorden o.t.t. en o.v.t.
November 2021
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Brückenschlag HAVO 4 - werkwoordsvervoeging
September 2022
- Lesson with
44 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4