5.7 Fotograferen

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat voor soort lens zit in een fotocamera?
een

lens
A
positieve
B
negatief

Slide 4 - Quiz

Waarom heeft
een fotocamera lenzen?
A
Met een lens komt er genoeg licht in de camera.
B
Met een lens kun je een afbeelding maken.
C
Een lens beschermt de binnenkant van de camera.
D
Met een lens komt geregeld licht in de camera.

Slide 5 - Quiz

Een fotocamera moet scherpgesteld worden.
Als je scherpstelt, wat verander je dan?
A
de beeldafstand
B
de brandpuntsafstand
C
de sterkte van de lens
D
de voorwerpsafstand

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Met welk onderdeel in je oog kun je de CCD in een camera vergelijken?
A
Hoornvlies
B
Pupil
C
Lens
D
Netvlies

Slide 8 - Quiz

Een CCD is een lichtgevoelig plaatje.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Foto’s in een fotocamera worden bewaard op het lcd-scherm.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Wat zit er in een lcd-scherm?
In een lcd-scherm
A
zit een gas.
B
zit een vloeistof.
C
zit niets, het is vacuüm.
D
zit lucht.

Slide 12 - Quiz

De kristallen in een lcd scherm stralen zelf geen licht uit.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Foto’s in een fotocamera worden bewaard op het lcd-scherm.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Waar zorgt de flits voor?
A
extra CCD's
B
extra geheugen
C
extra licht
D
extra duisternis

Slide 16 - Quiz

uitzoomen =
A
van een klein gebied naar een groot gebied
B
van een groot gebied naar een klein gebied

Slide 17 - Quiz

'Inzoomen' betekent....
A
een close-up maken
B
van ver af filmen
C
opzij filmen

Slide 18 - Quiz

Inzoomen is
A
Een kleiner gebied op de kaart bekijken
B
een groter gebied op de kaart bekijken
C
hetzelfde gebied op de kaart bekijken

Slide 19 - Quiz