Paragraaf 8.2 - Wereldwijde handel

Paragraaf 8.2
Wereldwijde handel
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 8.2
Wereldwijde handel

Slide 1 - Slide

wat hebben we tot nu geleerd?

Slide 2 - Slide

Als je meer import hebt dan export, is je saldo op de betalingsbalans...
A
Positief
B
Negatief
C
nul

Slide 3 - Quiz

Kijk naar de afbeelding. Is er sprake van import of export?
A
Export
B
Import

Slide 4 - Quiz

Import of export?
Ik ben op vakantie in Frankrijk

A
Import
B
Export

Slide 5 - Quiz

Jij koopt in Spanje een ijsje op het strand. Import, export of wederuitvoer?
A
Import
B
Export
C
Wederuitvoer
D
Geen van allen.

Slide 6 - Quiz

Het verschil tussen een open en gesloten economie is dat ...
A
Een open economie minder overheidsbemoeienis heeft.
B
Een open economie veel handelt.
C
Een open economie veel meer importeert.
D
Een open economie meer contact heeft met het buitenland.

Slide 7 - Quiz

Is Nederland een open of gesloten economie
A
Open, maar alleen voor de Europese Unie (EU)
B
Gesloten, maar handelt wel met de Europese Unie (EU)
C
Open, Nederland drijft met bijna de hele wereld handel
D
Gesloten, Nederland maakt alles zelf.

Slide 8 - Quiz

Er zijn verschillende redenen waarom wij als Nederland importen. Wat is hiervan GEEN reden
A
ons klimaat is niet geschikt om alles te verbouwen.
B
Buitenlandse producten kunnen goedkoper zijn.
C
Nederlandse consumenten willen een ruimere keuze aan producten.
D
Nederland is verplicht door de EU om producten te importeren

Slide 9 - Quiz

Je leert in deze paragraaf:
  • hoe een land zijn concurrentiepositie kan versterken
  • waarom internationale arbeidsverdeling goed is voor de welvaart 
  • wat globalisering is
  • waarom landen soms maatregelen nemen om hun economie te beschermen
  • welke vormen van bescherming er zijn

Slide 10 - Slide

Internationale handel
Internationale concurrentiepositie : 
hoe kan een land beter en/of goedkoper produceren dan andere landen.
Internationale arbeidsverdeling
een product wordt gemaakt en geëxporteerd door het land dat dit het beste en goedkoopste kan.

Slide 11 - Slide

Internationale arbeidsverdeling

Slide 12 - Slide

Globalisering
Globalisering:
toename van wereldwijde contacten en wereldwijde handel

Multinationals:
Bedrijven die in verschillende landen over heel de wereld actief zijn (Mac Donalds, IKEA, Shell) 


Slide 13 - Slide

       Globalisering

Slide 14 - Slide

PROTECTIEMAATREGELEN

Slide 15 - Slide

Protectiemaatregelen

Slide 16 - Slide

opgaven
Paragraaf 8.2
Opgave 2, 3, 5, 7, 8, 9, 11 en 13
Blz. 224 t/m 227

Meer uitdaging?
Plusopdrachten 7 t/m 11
Blz. 240

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Je leert in deze paragraaf:
  • hoe een land zijn concurrentiepositie kan versterken
  • waarom internationale arbeidsverdeling goed is voor de welvaart 
  • wat globalisering is
  • waarom landen soms maatregelen nemen om hun economie te beschermen
  • welke vormen van bescherming er zijn

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video