Herhaling en oefenen toets 4C

Herhaling en oefenen toets
1 / 12
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Herhaling en oefenen toets

Slide 1 - Slide

Lesplanning

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je hebt een beeld van de opzet van het schoolexamen
  • Je hebt alle vragen gesteld die je wil stellen (dus: je voelt je voldoende voorbereid voor de toets).

Slide 3 - Slide

Bespreken toets
  • We lopen alle opdrachten door
  • Als je twijfelt over jouw antwoord, steek dan jouw vinger op
  • Je krijgt per vraag een toelichting hoe je die vraag zou kunnen beantwoorden (o.a. hoe fases van het maken van een wet en wetgevende/controlerende taak)

Slide 4 - Slide

Wat is de beste omschrijving van een compromis?
A
De grootste partij beslist over een standpunt.
B
Partijen komen elkaar tegemoet en krijgen allebei een beetje hun zin.
C
Partijen maken ruzie om de verschillende standpunten.
D
Partijen blijven overleggen met elkaar.

Slide 5 - Quiz

Waarom is er in Nederland altijd een compromis nodig?
A
Omdat we nooit één partij hebben die een meerderheid in de Tweede Kamer heeft.
B
Omdat de Eerste en Tweede Kamer het niet altijd eens zijn met elkaar.
C
Omdat we altijd met iedereen rekening houden.
D
Omdat het moeilijk is om beslissingen te nemen.

Slide 6 - Quiz

Met de oppositie wordt bedoeld:
A
Alle partijen die samen in de Tweede Kamer zitten.
B
Alle partijen die samen in het kabinet zitten.
C
Alle partijen die niet in het kabinet zitten.
D
Alle partijen die niet in de Tweede Kamer zitten.

Slide 7 - Quiz

Om een wet goed te keuren, hoeveel Tweede Kamerleden moeten dan voor stemmen?
A
74
B
75
C
76
D
100

Slide 8 - Quiz

Wat is de rol van ambtenaren in het wetsproces? (KADER)

Slide 9 - Open question

Door middel van de grootte van een groep. Als veel mensen zich ergens voor of tegen uitspreken, is de kans groot dat zij daarmee iets kunnen veranderen. Denk aan stakingen of protesten.
Vanuit een beroep of functie. Iemand die wettelijk macht over je heeft. Zoals een politieagent, leraar of je ouders.
Door middel van financiële middelen. Met geld dat je moet betalen of juist ontvangen. Je houdt je aan de snelheid, anders krijg je een boete en je doet je werk goed anders krijg je geen salaris.
fc-utrecht-fans-organiseren-demonstratie-tegen-collectieve-straf-na-rellenkst
politie-beeindigt-illegale-raveparty-in-maastricht
saudi-s-kopen-europese-telefoonmasten-spaanse-staat-wil-macht-inperken

Slide 10 - Drag question

Bespreken schema

Slide 11 - Slide

Welke vragen hebben jullie nog?

Slide 12 - Slide