What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Week 49: Grammar recap H8
Grammar Chapter 8
Singular and plural nouns
Present simple vs present continuous
Adjectives and adverbs
Past simple vs past continuous
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Engels
MBO
Studiejaar 1,2
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
,
text slide
and
4 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammar Chapter 8
Singular and plural nouns
Present simple vs present continuous
Adjectives and adverbs
Past simple vs past continuous
Slide 1 - Slide
3
Slide 2 - Video
02:10
Wanneer gebruik je bij woorden die eindigen op een -y -ies en wanneer -ys? Noem een voorbeeld.
Slide 3 - Open question
02:39
Hoe maak je de meervoudsvorm van woorden die eindigen op een sis-klank? Geef een voorbeeld
Slide 4 - Open question
03:26
Wat gebeurt er bij sommige woorden die eindigen op -f(e) en -o? Noem een voobeeld.
Slide 5 - Open question
Vul het meervoud in van: man - partner - place - disco - party - bus
Slide 6 - Open question
2
Slide 7 - Video
01:09
Wanneer gebruik je de present simple? Wanneer de present continuous?
Slide 8 - Open question
02:35
Hoe maak je de present simple? Hoe maak je de present continuous?
Slide 9 - Open question
Kayla can't come to the phone, as she (to try on) outfits for the party.
Slide 10 - Open question
Jamie (often - to fall) asleep on the bus home from work.
Slide 11 - Open question
They (to test) the new products as we speak.
Slide 12 - Open question
Miriam (sometimes - to help out) her uncle in his shop on Saturdays.
Slide 13 - Open question
3
Slide 14 - Video
01:40
Wanneer gebruik je een bijvoegelijk naamwoord? Wanneer een bijwoord?
Slide 15 - Open question
02:54
Waar veranderen deze uitgangen in?
-le -y -ic
Slide 16 - Open question
04:35
Na welke woorden krijg je nooit een werkwoord? Waarom?
Slide 17 - Open question
I had a (vreselijk) day at work yesterday.
Slide 18 - Open question
When I was printing an (extreem) (belangrijk) document, I managed to jam up the printer.
Slide 19 - Open question
I could (nauwelijks) wait to get home.
Slide 20 - Open question
Maak hier een adverb van: pleasant - bad - good - near - strange - safe
Slide 21 - Open question
2
Slide 22 - Video
01:58
Hoe maak je de past simple? Hoe maak je de past continuous?
Slide 23 - Open question
04:25
Wanneer gebruik je de past simple en de past continuous?
Slide 24 - Open question
What (you, to do) when I (to call) you yesterday evening.
Slide 25 - Open question
He almost (to electrocute) himslef when he (to replace) the lamp socket.
Slide 26 - Open question
It (to be) a very shocking experience.
Slide 27 - Open question
More lessons like this
Grammar: Past Continuous (verleden tijd, langere vorm)
June 2022
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Present Simple, Past Simple, Present Continuous, Past Continuous, Present Perfect
June 2022
- Lesson with
52 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Past Simple vs. Present Perfect
June 2022
- Lesson with
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
June 2022
- Lesson with
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
week 6 present perfect continuous, past perfect continuous
August 2022
- Lesson with
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Past Continuous (uitleg - crash film - vragen)
June 2022
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Present Simple vs Present Continuous 1
September 2024
- Lesson with
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
M 1 Present Simple (herhalen)
June 2022
- Lesson with
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1