Present continuous vrijdag

Welcome to the English class!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome to the English class!

Slide 1 - Slide

To do today
1. Herhaling present simple
2.. Present Continuous Activiteiten: iets duurt lang & je bent er mee bezig

Slide 2 - Slide

Wanneer gebruik je de present simple alweer?
1. Gewoontes
2.. Feiten
3... Gebeurtenissen die met regelmaat gebeuren

Slide 3 - Slide

Present simple:
tegenwoordige tijd

Als je wil zeggen dat iets vaker gebeurt of volgens een schema of een gewoonte moet je wat doen met het werkwoord.

> Is het onderwerp van de zin He/she/it?
Dan komt er -s achter het werkwoord (of -es)


Klaar voor?

Slide 4 - Slide

DOEL
  1. Ik weet wat de Present Continous is
  2. Ik kan de Present Continuous maken
  3. Ik weet wanneer ik de Present Continuous gebruik

Slide 5 - Slide

1. Ik weet wat de Present Continuous is.



  • Duurvorm van een werkwoord
  • Je vertaalt het met 'aan het .....'
  • Je bent ergens lang mee bezig

Slide 6 - Slide

2. Ik kan de Present Continuous maken.
to be (zijn)
AM
ARE
IS
werkwoord
ING
+
+
learn
ing
is
He
1
2
3
4

Slide 7 - Slide

voorbeeld zinnen

I am running the marathon now. 
Listen! She is singing in the shower. 
Look, we are eating extra large pizzas. 
At the moment, she is watching a movie.

Slide 8 - Slide

3. Ik weet wanneer ik de Present Continuous gebruik.


  • now / at the moment / listen, ..... / look, .....
  • Wat je doet duurt even (aan het praten, aan het slapen, aan het lezen, etc.)

Slide 9 - Slide

Oh ja!
sommige werkwoorden eindigen op een 'stomme e'
(je schrijft hem wel maar je hoort hem niet)
move - moving
drive - driving
hope - hoping
make - making
stomme e weg ermee

Slide 10 - Slide

Oh ja! Oh ja!
De laatste letter wordt verdubbeld in werkwoorden die kort zijn en maar één klinker in zich hebben: 
run - running
plan - planning
swim - swimming
stop - stopping

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Ronaldo... (play) really good this tournament!
A
plays
B
was play
C
is playing
D
playing

Slide 13 - Quiz

I .......... (watch) a movie at the moment.
A
am watching
B
are watching
C
is watching
D
is watch

Slide 14 - Quiz

Listen, They .......... (read) the book Alice in Wonderland.
A
is reading
B
am reading
C
are reading
D
reads

Slide 15 - Quiz

Look! The dog .......... (play) with the ball.
A
is play
B
is playing
C
are play
D
are playing

Slide 16 - Quiz

Max Verstappen .......... (race) right now.
A
is raceing
B
are racing
C
is racing
D
are racing

Slide 17 - Quiz

She.......... (drink) some tea.
A
am drinking
B
are drinking
C
is drinking
D
drinks

Slide 18 - Quiz

It .......... (freeze) in here.
A
is freezing
B
are freezing
C
is freezeing
D
are freezeing

Slide 19 - Quiz

Mick .......... (text) his girlfriend a message.
A
am texting
B
is texting
C
are texting
D
are text

Slide 20 - Quiz

The cows .......... (run) and .......... (jump) in the farm now.
A
are run are jump
B
are running are jumping
C
is running is jumping
D
am running am jumping

Slide 21 - Quiz

The cows .......... (eat) grass.
A
is eating
B
are eating
C
am eating
D
are eat

Slide 22 - Quiz

It .......... (rain) right now.
A
is raining
B
are raining
C
am raining
D
are rain

Slide 23 - Quiz

Maak 3 zinnen met de Present Continuous.

Slide 24 - Open question

Ik kan de Present Continuous maken.
A
Ja :-)
B
Nee :-(
C
Een beetje
D
Waar ging deze les eigenlijk over?

Slide 25 - Quiz

Wat Hebben We Gedaan?
  1. Ik weet nu wat de Present Continous is.
  2. Ik kan nu de Present Continuous maken.
  3. Ik weet nu wanneer ik de Present Continuous gebruik.

Slide 26 - Slide

Ik ga vanaf nu:
A
Aan iedereen vertellen wat ik aan het doen ben
B
Mijn ouders en vrienden vragen wat ze aan het doen zijn
C
Wat ben je eigenlijk aan het doen?
D
I am thinking!

Slide 27 - Quiz

Have a nice holiday!

Slide 28 - Slide