This lesson contains 34 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Items in this lesson
DNA
Thema 4
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe DNA gebouwd is
Je kunt de functie van DNA beschrijven
je kunt het proces van DNA-replicatie beschrijven en toelichten
Slide 2 - Slide
Begrippenlijst basisstof 1 - bouw en functie van DNA
DNA
genoom
gen
kernDNA
mtDNA
plasmiden
nucleinezuur
nucleotiden:
desoxyribose
Guanine (G)
Adenine (A)
Thymine (T)
Cytosine (C)
'3-uiteinde
'5-uiteinde
enkelstrengs DNA
dubbelstrengs DNA
basenpaar
helixstructuur
histonen
sequentie
niet-coderend DNA
repetitief DNA
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
DNA-sequentie
Een DNA-molecuul past in een celkern door de compacte vorm, het is rond histonengewikkeld.
Een aantal histonen met DNA eromheen = nucleosoom. De volgorde waarin nucleotiden in een DNA-molecuul zijn gerangschikt: de sequentie
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
DNA - DesoxyriboNucleicAcid - desoxyribonucleïnezuur
DNA is opgebouwd uit 4 verschillende bouwstenen (nucleotiden)
Elk nucleotide is opgebouwd uit
3 onderdelen:
1. fosfaat
2. desoxyribose (suiker)
3. stikstofbase
Engels Nederlands
Cytosine (C)
Thymine (T)
Guanine (G)
Adenine (A)
Slide 8 - Slide
Nucleotide = Fosfaatgroep + Desoxyribose + Stikstofbase (A, T, C of G)
bouwsteen van DNA
Fosfaatgroep
Stikstofbase
(A/T/C/GS
Desoxyribose
Nucleotide = Fosfaatgroep + Desoxyribose + Stikstofbase (A, T, C of G)
'3
'5
Slide 9 - Slide
DNA- replicatie (=verdubbeling)
Een replica maken, een exacte kopie. Nodig voor de celdeling -> 2 exact dezelfde kernen.
Slide 10 - Slide
Genoom - al het DNA in de cel
prokaryoot = cel zonder kern, bijvoorbeeld een bacterie
Bij een prokaryoot ligt het DNA in het cytoplasma als een cirkel (circulair DNA) Daarnaast bevat een bacterie vaak ook korte stukjes circulair DNA (plasmide)
Slide 11 - Slide
Zelf aan het werk
DNA-stempelen
Slide 12 - Slide
wat ga je doen
per duo 1 stempelset
Stempel een enkelstrengs-DNA sequentie van >6 nucleotiden
Wissel je stempel-papier met een andere tafel
Dupliceer de enkelstrengs-DNA die je hebt ontvangen van de andere tafel
Teken de waterstofbruggen tussen de ketens.
Benoem in je ‘stempeltekening’ de volgende onderdelen: stikstofbase, suiker, fosfaat, nucleotide en waterstofbrug.
Geef aan waar de 5’-eindes en de 3’-eindes zich bevinden
wissel weer uit met je eerdere tafel en controleer of alles goed staat
per duo 1 stempelset
Stempel een enkelstrengs-DNA sequentie van >6 nucleotiden
Wissel je stempel-papier met een andere tafel
Dupliceer de enkelstrengs-DNA die je hebt ontvangen van de andere tafel
Teken de waterstofbruggen tussen de ketens.
Benoem in je ‘stempeltekening’ de volgende onderdelen: stikstofbase, suiker, fosfaat, nucleotide en waterstofbrug.
Geef aan waar de 5’-eindes en de 3’-eindes zich bevinden
wissel weer uit met je eerdere tafel en controleer of alles goed staat
Wat ga je doen? (20 minuten)
Slide 13 - Slide
enkelstrengs DNA
ssDNA
dubbelstrengs DNA
dsDNA
Slide 14 - Slide
wat ga je doen
per duo 1 stempelset
Stempel een enkelstrengs-DNA sequentie van >6 nucleotiden
Wissel je stempel-papier met een andere tafel
Dupliceer de enkelstrengs-DNA die je hebt ontvangen van de andere tafel
Teken de waterstofbruggen tussen de ketens.
Benoem in je ‘stempeltekening’ de volgende onderdelen: stikstofbase, suiker, fosfaat, nucleotide en waterstofbrug.
Geef aan waar de 5’-eindes en de 3’-eindes zich bevinden
wissel weer uit met je eerdere tafel en controleer of alles goed staat
Mutaties? -->kun je die nu verklaren? (kopieerfoutjes)
Hoeveel overeenkomst chimpansee met mens? (98.5%)
Hoeveel overeenkomst tussen mensen? (99.5%)
Hoe komt grote overeenkomst in DNA? (groot overeenkomsten in bouw, maar ook: niet-coderend DNA)(denk aan rudimentaire organen, nog wel aanwezig, geen functie meer)
Vragen
Slide 15 - Slide
wat ga je doen
per duo 1 stempelset
Stempel een enkelstrengs-DNA sequentie van >6 nucleotiden
Wissel je stempel-papier met een andere tafel
Dupliceer de enkelstrengs-DNA die je hebt ontvangen van de andere tafel
Teken de waterstofbruggen tussen de ketens.
Benoem in je ‘stempeltekening’ de volgende onderdelen: stikstofbase, suiker, fosfaat, nucleotide en waterstofbrug.
Geef aan waar de 5’-eindes en de 3’-eindes zich bevinden
wissel weer uit met je eerdere tafel en controleer of alles goed staat
Mutaties? -->kun je die nu verklaren?
Hoeveel overeenkomst chimpansee met mens? (.....%)
Hoeveel overeenkomst tussen mensen? (........%)
Hoe komt grote overeenkomst in DNA tussen mensen en chimpansees?
Vragen
Slide 16 - Slide
Genoom - al het DNA in de cel
eukaryoot - cel met een kern bijvoorbeeld, plant, dier, schimmel
genoom dierlijke cel:
kernDNA
mitochndriaal DNA(mtDNA)
genoom plantaardige cel:
kernDNA
mitochndriaalDNA (mtDNA)
DNA in bladgroenkorrels
Slide 17 - Slide
Bouw van DNA
Slide 18 - Slide
lees basisstof 1 (thema 4)
maak opgave
2 t/m 5
lees basisstof 2 (thema 4)
maak opgave
6 t/m 9
Slide 19 - Slide
Leerdoelen BS3
Je kunt beschrijven hoe transcriptie plaatsvindt
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
begrippenlijst basisstof 3 - transcriptie
RNA
Ribose
RNA-ploymerase
Uracil
transcriptie
mRNA
rRNA
tRNA
promotor
transcriptiefactoren
template streng
matrijsstreng
coderende streng
pre-mRNA
RNA processing
spliceosoom
splicing
intron
exon
Slide 22 - Slide
RNA - RiboNucleicAcid - Ribonucleïnezuur
RNA is opgebouwd uit 4 verschillende bouwstenen (nucleotide); A,C,U,G
Elk nucleotide is opgebouwd uit
3 onderdelen:
1. fosfaat
2. ribose (suiker)
3. stikstofbase
engels nederlands
Slide 23 - Slide
nucleotide DNA vs nucleotide RNA
1. fosfaat
2. ribose (suiker)
3. stikstofbase
1. fosfaat
2. desoxyribose (suiker)
3. stikstofbase
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
transcriptie
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Van dubbelstrengs DNA heeft een deel van een coderende-streng de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA. Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat wordt gesynthetiseerd?
A
GCCTATGCCAAT
B
GCCUAUGCCAAU
C
CGGAUACGGUUA
D
UAACCGCACCCG
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Slide
Herhaling Basisstof 2 (2)
DNA-replicatie
DNA begint bij een replicatiestartpunt, de waterstofbruggen tussen de basenparen wordt verbroken door het enzym helicase. Als de twee strengen uit elkaar gaan ontstaat een replicatiebel.
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
(stikstof)basen: A, T, C en G
complementair: Tegenover een A altijd een T, tegenover een C altijd een G
nucleotide: combinatie van een suiker, fosfaatgroep en base