10.1 en 10.2

10.1 en 10.2
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

10.1 en 10.2

Slide 1 - Slide

Programma
  • Leerdoelen van vandaag
  • check 10.1
  • check 10.2
  • afsluiting

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt levensfasen en een aantal kenmerken erbij noemen.
  • Je kunt uitleggen door welke stoffen in je lichaam je verandert en hoe die stoffen werken.
  • Je kunt beschrijven hoe je groeit.
  • Je kunt beschrijven hoe je lichaam tijdens de puberteit verandert.
  • Je kunt uitleggen wat transgender zijn betekent.
  • Je kunt beschrijven door welke hormonen jongens en meisjes veranderen in de puberteit.

Slide 3 - Slide

10.1
Opgroeien

Slide 4 - Slide

Er zijn 8 levensfasen. In welke levensfase zit jij?
A
(school)kind
B
puber
C
jongvolwassene
D
volwassene

Slide 5 - Quiz

Een (school)kind ontwikkelt zich lichaamelijk en geestelijk. Welk antwoord is een voorbeeld van een lichaamelijke ontwikkeling bij een (school)kind?
A
Groeien
B
Leren praten
C
Leren puzzels op te lossen
D
Geen van de andere antwoorden.

Slide 6 - Quiz

Een (school)kind ontwikkelt zich lichaamelijk en geestelijk. Welk antwoord is een voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling bij een (school)kind?
A
Leren fietsen
B
Gezichten leren herkennen
C
Leren lopen
D
Leren schrijven

Slide 7 - Quiz

Door welke stoffen verander je tijdens de pubertijd?
A
bloed
B
glucose
C
hormonen
D
impulsen

Slide 8 - Quiz

Waar worden hormonen gemaakt?
A
klieren
B
hormoonklieren
C
hormoonfabrieken
D
Die worden niet gemaakt, want die zijn er gewoon.

Slide 9 - Quiz

Welke hormoonklier maakt een hormoon aan waardoor je gaat groeien?
A
Hypofyse
B
bijnieren
C
teelballen
D
schildklier

Slide 10 - Quiz

Welke hormoonklier maakt het hormoon insuline aan?
Tip denk terug aan H9.2
A
Hypofyse
B
schildklier
C
bijnier
D
alvleesklier

Slide 11 - Quiz

Zet alles in de juiste volgorde.
Hormoonklieren maken hormonen.
De hormonen worden aan het bloed afgegeven.
Via het bloed gaan de hormonen door het hele lichaam
Sommige organen begrijpen de boodschap van hormonen wel en andere organen begrijpen de boodschap niet.

Slide 12 - Drag question

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
Je groeit door het groeihormoon en dat gaat alsvolgt:
De hypofyse maakt het groeihormoon en geeft dit af aan het bloed.
Het groeihormoon komt door het bloed in al je organen.
De cellen in je botten reageren op het groeihormoon en gaan sneller delen.
Door celdeling ontstaan er uit iedere cel 2 cellen.
Door celgroei worden die cellen groter

Slide 13 - Drag question

Waar ontstaan bij het groeien de meeste cellen bij botten?
A
In het midden.
B
Aan de zijkanten.
C
Bij de groeischijven.
D
Overal

Slide 14 - Quiz

Wanneer zit je in een groeispurt?
A
Als je beencellen verkalken.
B
Als je extra veel groeihormoon maakt.
C
Als je dikker wordt.
D
Als je organen groter worden.

Slide 15 - Quiz

Bij welke levensfase begint het verkalken van je botten?
Het begint aan het einde van de levensfase _____.
A
puber
B
volwassene
C
jongvolwassene
D
oudere

Slide 16 - Quiz

10.2
De puberteit

Slide 17 - Slide

Hoe noem je verschil tussen jongens en meisjes?
A
De geslachtskenmerken
B
Levensfase
C
Gezondheid
D
Hormonen

Slide 18 - Quiz

Een geslachtskenmerk dat bij de geboorte al zichtbaar is heet een:
A
Primaire geslachtskenmerk
B
Secundaire geslachtskenmerk
C
tertiere geslachtskenmerk
D
Geen van de andere antwoorden.

Slide 19 - Quiz

Noem een voorbeeld van een secundaire geslachtskenmerk bij jongens.

Slide 20 - Open question

Noem een voorbeeld van een secundaire geslachtskenmerk van meisjes.

Slide 21 - Open question

Zijn secundaire geslachtskenmerken altijd voor een specifiek geslacht en waarom?
A
Ja, omdat er geen lichaamelijke overeenkomsten zijn tussen jongens en meisjes.
B
Nee, omdat zowel jongens als meisjes borstgroei hebben.
C
Nee, omdat zowel bij jongens als meisjes oksel haar groeit vanaf de puberteit.
D
Nee, omdat zowel jongens als meisjes borsthaar groeien vanaf de puberteit.

Slide 22 - Quiz

Vanaf welk moment is het lichaam van een meisje instaat om kinderen te krijgen?

Slide 23 - Open question

Wat is het verschil tussen een transgender en een transseksueel?

Slide 24 - Open question

Door welk hormoon komen bij jongens de secundaire geslachtskenmerken naar voren?
A
Oestrogeen
B
Testosteron
C
Adrenaline
D
Schildklierhormoon

Slide 25 - Quiz

Waar wordt testosteron in het lichaam van een jongen gemaakt?
A
In de bijnieren
B
In de lever
C
In de eierstokken
D
In de teelballen

Slide 26 - Quiz

Wat gebeurt er bij jongens als de teelballen voor de puberteit worden weggehaald? Gebruik secundaire geslachtskenmerken in je antwoord.

Slide 27 - Open question