Week 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Weekplanning week 2 ecologie

Les 1: 2.5 Aanpassingen bij dieren.

Les 2: Aanpassingen bij planten.

Les 3: D-toets

Les 4: Repetitie H2 2.1 t/m 2.6

Les 1

Planning

• 2.5 in een notendop
• Aan de slag met 2.5
• Minitoets ecologie.

Les 1

Leerdoelen

• Door welke aanpassingen kunnen vissen goed zwemmen?
• Wat is het verschil tussen topgangers, teengangers en zoolgangers.
• Welke soorten en functie poten zijn er bij vogels.
• Welke soorten en functie snavels zijn er bij vogels.

2.5 aanpassingen bij dieren.

Aanpassingen bij vogels: Snavels

- Priemsnavel: diep in natte bodem

- Haaksnavel: prooi in stukken scheuren

- Kegelsnavel: Veel kracht 

- Pincetsnavel: insecten vangen

- Zeefsnavel: uit water zeven

Aanpassingen bij vogels: Poten

- Zangvogel: vasthouden aan takken

- Roofvogel: Prooi vangen          

- Watervogel:zwemmen

- Steltloper:

lijf droog in water

Aan de slag - Studiewijzer

Week 2 les 1

Maken opdrachten 40, 41, 42, 44

Test jezelf 2.5

Begrippenkaart 2.5

Hoeveel schakels heeft deze voedselketen?

1. 4
2. 5
3. 9
4. 3

Wat geven dieren in de koolstofkringloop door aan bacteriën en schimmels?

1. Afgevallen blaadjes
2. Verbranding
3. Dode resten en uitwerpselen
4. Fotosynthese

Waar start een voedselketen mee?

1. Vleeseters
2. Omnivoren
3. Planten
4. Planteneters

biotisch of abiotisch?
wind

1. biotisch
2. abiotisch

Verbranding kan bij

1. Planten
2. Planten, dieren
3. Planten, dieren, schimmels
4. Planten, dieren, schimmels en bacterien.

Dit is een piramide van ...

1. aantallen
2. biomassa

Wat bestuderen we in de ecologie?

1. In de ecologie bestuderen we alle relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu
2. In de ecologie bestuderen we een milieu
3. In de ecologie bestuderen we de invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur
4. In de ecologie bestuderen we de wisselwerkingen binnen een populatie

wat zijn de vier niveau's van de ecologie van klein naar groot?

1. individu, populatie, levensgemeenschap, ecosystemen
2. levensgemeenschap, individu, populatie, ecosystemen

Roofdieren

1. Biotisch
2. Abiotisch

Welke voedselketen is goed genoteerd?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welke kringloop is dit?

1. De stikstofkringloop
2. De koolstofkringloop
3. De zuurstofkringloop
4. De kringloop van het leven

Zonlicht

1. Biotisch
2. Abiotisch

Op welk plaatje zie je een voedselketen?

1. 
2. 
3. 

Tot welk niveau van de ecologie behoort een bos?

1. Ecosysteem
2. Individu
3. Levensgemeenschap
4. Populatie

Welke rol heeft de leeuw in dit voedselweb?

1. Producent
2. Reducent
3. Concument 1e orde
4. Consument 2e orde

Planten zijn:

1. Heterotroof
2. Autotroof

Neemt de biomassa in elke schakel toe of af?

1. Neemt toe
2. Neemt af

Weekplanning week 2 ecologie

Les 1: 2.5 Aanpassingen bij dieren.

Les 2: Aanpassingen bij planten.

Les 3: D-toets

Les 4: Repetitie H2 2.1 t/m 2.6

Les 1

Planning

• 2.6 in een notendop
• Aan de slag met 2.6
• 30 seconds biologie.

Les 1

Leerdoelen

• Hoe zijn planten aangepast in een droog/nat milieu.
  

Verschil milieu planten.

Droog milieu	Nat milieu
Weinig huidmondjes	Veel huidmondjes
Huidmondjes aan onderkant	Huidmondjes aan bovenkant
Diep liggende huidmondjes	Oppervlakte huidmondjes
Kleine dikke bladeren	Grote dunne bladeren
Behaarde bladeren	Kale bladeren
Sterk wortelstelsel	Zwak wortelstelsel

Blz. 92 en 93

Zelfstandig doorwerken.

Aan de slag - Studiewijzer

Week 2 les 2

Maken opdrachten:

45, 49, 50, 52

Test jezelf 2.6

Weekplanning week 2 ecologie

Les 1: 2.5 Aanpassingen bij dieren.

Les 2: Aanpassingen bij planten.

Les 3: D-toets

Les 4: Repetitie H2 2.1 t/m 2.6