H2.3 HAVOVWO2

Hoofdstuk 2 Steden
2.3 De stad verandert
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2 Steden
2.3 De stad verandert

Slide 1 - Slide

De stad vs het platteland
De grens tussen de stad en het platteland/ de dorpen vervaagt steeds meer. 

Veel stedelingen gingen vanaf 1960 uit het centrum van de stad en gingen in de kleine dorpen rond de stad wonen. 
= suburbanisatie. 

Slide 2 - Slide

1925

Slide 3 - Slide

1964

Slide 4 - Slide

1980

Slide 5 - Slide

1992

Slide 6 - Slide

2010

Slide 7 - Slide

2020

Slide 8 - Slide

De stad < > platteland
Verstedelijking/ urbanisatie: trek van het platteland naar de stad. 
Suburbanisatie: het vertrekken uit de stad naar omringende dorpen of het platteland. 

Mensen gaan tegenwoordig ook vaak aan de rand van een grote stad bij een knooppunt wonen: hier ontstaat dan een nieuw deel van de stad 
= de randstad. 
Dit gebeurt ook in arme steden, je woont hier goedkoper en er is meer ruimte. 

Slide 9 - Slide

De Amerikaanse stad 
  1. Centrum: een zakencentrum met hoge wolkenkrabbers, het Central Business District (CBD). Verder chique winkels en wat uitgaansgelegenheden, wonen is er erg duur. 

Slide 10 - Slide

De Amerikaanse stad 
  1. Centrum: een zakencentrum met hoge wolkenkrabbers, het Central Business District (CBD). Verder chique winkels en wat uitgaansgelegenheden, wonen is er erg duur. 
  2. Rond het centrum: oude woonwijken met een hoge dichtheid, hier wonen de armere mensen. Zijn vaak probleemwijken. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

De Amerikaanse stad
  1. Centrum: een zakencentrum met hoge wolkenkrabbers, het Central Business District (CBD). Verder chique winkels en wat uitgaansgelegenheden, wonen is er erg duur. 
  2. Rond het centrum: oude woonwijken met een hoge dichtheid, hier wonen de armere mensen. Zijn vaak probleemwijken. 
  3. Wat verder van de stad: suburbs, ruim opgezette woonwijken met laagbouw voor de rijkere mensen. 
  4. Rond de de stad: grote winkelcentra, pretparken en industrie. 

Slide 13 - Slide

De Amerikaanse stad 
  1. Centrum: een zakencentrum met hoge wolkenkrabbers, het Central Business District (CBD). Verder chique winkels en wat uitgaansgelegenheden, wonen is er erg duur. 
  2. Rond het centrum: oude woonwijken met een hoge dichtheid, hier wonen de armere mensen. Zijn vaak probleemwijken. 
  3. Wat verder van de stad: suburbs, ruim opgezette woonwijken met laagbouw voor de rijkere mensen. 

Slide 14 - Slide

Gentrificatie 
Oude, vervallen wijken of oude, leegstaande industriegebieden worden opgeknapt. Hierdoor wordt het een woonwijk voor hogere inkomens wat vaak zorgt voor minder problemen in zo'n wijk. 

Heeft z'n voor- en nadelen... 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Het verschil met de Europese stad
Er zijn meerdere verschillen tussen de Europese stad en de Amerikaanse stad: 
  1. Een historisch centrum met pleinen, standbeelden en 'verhalen'. 
  2. Er wordt gewoond, gewinkeld en gewerkt in het centrum van de stad. In een Amerikaanse stad zijn al deze functies veel meer gescheiden. 
  3. Een lage skyline, in Nederland kennen we geen steden vol met wolkenkrabbers. 

Slide 17 - Slide

De niet-westerse stad
Zijn veel chaotischer opgebouwd: deze steden groeien erg snel en zijn daarom zonder veel planning gegroeid. Maar vaak heeft de stad:
  1. Een of meerdere zakencentra. Lijkt op het CBD in een rijke stad. 
  2. Verspreid liggende industrieterreinen, niet op één plek.
  3. Woonwijken voor de rijken achter hoge hekken + beveiliging. 
  4. Krottenwijken op plekken waar verder niemand wil wonen: steile hellingen, langs een spoorlijn, dicht bij een vuilnisbelt en vaak ver van het centrum af. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide