Een delende cel = moedercel. de nieuwe cellen = dochtercellen
1. Chromosomen worden gekopieerd en er ontstaan 2 celkernen.
2. De cel deelt zich in 2 helften, elke helft krijgt 1 celkern.
3. De 2 helften zijn nu los van elkaar
4. De nieuwe dochtercellen gaan groeien
5. De dochtercellen zijn nu net zo groot als de moedercel.