theorievakken quiz

theoriequiz
welkom bij de doktersassistent(e) theorie quiz

1 / 16
next
Slide 1: Slide
DoktersassistenteMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

theoriequiz
welkom bij de doktersassistent(e) theorie quiz

Slide 1 - Slide

1, Hoeveel botten heeft een volwassene?

Slide 2 - Open question

2, wat is GEEN functie van de neus?
A
filtering van de inademingslucht
B
afvoer van de inhoud van de traanbuizen
C
verwarming van inademingslucht
D
primaire factor voor je smaak

Slide 3 - Quiz

3, waaruit bestaan de longen?
A
longboezems
B
longtakken
C
longkwabben
D
longkwallen

Slide 4 - Quiz

4, de levensduur van een (hoofd)haar is 4 jaar.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

5, noem een voorbeeld van een toedieningsvorm (medicatie).

Slide 6 - Open question

6, wat betekend therapiebewust?
A
zelfstandig de keuze maken om aan therapie te beginnen
B
het beter gebruiken van een geneesmiddel door op de hoogte te zijn van de werking

Slide 7 - Quiz

7, welke medicatie valt onder de opiumwet?
A
paracetamol
B
morfine
C
naproxen
D
diclofinac

Slide 8 - Quiz

8, wat houdt het protocollenboek in?
A
het is een regelboek voor het beroep doktersassistent(e)
B
een boek dat het protocol voor noodgevallen (in het ziekenhuis) bevat
C
een boek dat uitleg geeft over hoe je medisch technische handelingen moet uitvoeren

Slide 9 - Quiz

9, het noteren van de informatie tijdens een telefoontje word via de SOEC-notatie gedaan.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

10, wat is een U2?
A
spoed
B
levensbedreigend
C
advies
D
dringend

Slide 11 - Quiz

11, wat betekend consult?

Slide 12 - Open question

12, wat is GEEN taak van een doktersassistente?
A
vaccinaties injecteren
B
hechtingen zetten
C
spreekuur draaien
D
koffie klaarzetten

Slide 13 - Quiz

13, als doktersassistente is het belangrijk om je fouten door te geven om zoveel mogelijke schade te beperken.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

14, wanneer mag je als doktersassistente GEEN patiënten informatie delen met familie/naasten? (18+)
A
wanneer iemand een gevaar is voor zichzelf of anderen
B
wanneer iemand een erfelijke aandoening heeft
C
wanneer iemand abortus wilt plegen
D
wanneer er vermoeden is van huiselijk geweld

Slide 15 - Quiz

15, wat is een voorbeeld van verbaal contact?
A
hand schudden
B
lachen
C
schrijven
D
uitbeelden

Slide 16 - Quiz