- Ik heb een boek bij me waarvan ik zin heb om dit te lezen.
- Het lukt me om 30 minuten te lezen :-)
- Ik weet wanneer ik leestekens en aanhalingstekens gebruik.
- Ik kan de dicteewoorden spellen.
- Ik heb opdracht 3 t/m 7 kritisch nagekeken.
- Ik heb opdracht 8 t/m 11 gemaakt.