This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Immigratie, emigratie, inburgering
De sociaal maatschappelijke dimensie
Immigratie, emigratie, inburgering
Slide 1 - Slide
Inchecken
Klimaatverandering & Duurzaamheid: - Video - Quiz
- Stellingen en vragen
- Opdracht in duo's
Slide 2 - Slide
Vorige les
Subculturen
Rolconflicten
Tegencultuur
Symbool
Slide 3 - Slide
Deze les
Immigratie emigratie
Inburgeringsplicht
Assimilatie
Segregatie
Criminaliteit
Slide 4 - Slide
Avondklokrellen zijn een voorbeeld van;
A
Een rolconflict
B
Een subcultuur
C
Een tegencultuur
D
Een traditie
Slide 5 - Quiz
Immigratie
Nederland is multicultureel geworden door immigratie.
Een immigrant is iemand die in een ander land komt wonen.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Asielzoekers
Iemand die asiel aanvraagt noem je een asielzoeker.
Wanneer krijgt iemand asiel?
Als hij vervolgd kan worden vanwege ras, geloof, etc.
Als hij gevaar loopt in zijn thuisland.
Asielzoekers worden tijdelijk opgevangen in een azc.
Slide 10 - Slide
Wat vind jij van het 'vreemdelingenbeleid' in Nederland?
Slide 11 - Mind map
Segregatie
Mensen uit verschillende culturen leven gescheiden van elkaar.
Wat is een nadeel van segregatie?
Slide 12 - Slide
Wat zijn de nadelen van segregatie?
Slide 13 - Mind map
Assimilatie
Mensen uit een bepaalde cultuur passen zich zo volledig mogelijk aan aan de dominante cultuur.
Wat is een nadeel van assimilatie?
Slide 14 - Slide
Wat zijn de nadelen van assimilatie?
Slide 15 - Mind map
Inburgeringsplicht
Integreren in Nederland betekent dat mensen zich aanpassen aan de Nederlandse cultuur, zonder hun eigen gewoonten af te leren. De overheid wil ervoor zorgen dat immigranten integreren. Daarvoor moeten immigranten de taal leren en weten hoe dingen in Nederland werken. Dit is een inburgeringsplicht.
Slide 16 - Slide
Criminaliteit
Strafblad
Verklaring omtrent goed gedrag (VOG)
Op vrije voeten gesteld
Stereotypen
Slide 17 - Slide
Er zijn drie soorten straffen in Nederland; welke drie zijn dit?
Slide 18 - Open question
Hoe lang behoud je een strafblad
A
Minimaal 5 jaar
B
Voor altijd
C
Dit verschilt per delict
D
Dit wordt per jaar besloten
Slide 19 - Quiz
In principe na vandaag
Het gehele hoofdstuk sociaal maatschappelijk AF
(Het gele hoofdstuk in je werk- en leerboek Schokland)