This lesson contains 41 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Mondeling examen Biologie
Mensen beïnvloeden hun omgeving
Slide 1 - Slide
Mondeling examen Biologie
Leerdoel:
Je kunt: uitleggen dat de mens voor voedsel(productie), water, zuurstof, grondstoffen, energie, en
recreatie van ecosystemen afhankelijk is.
Slide 2 - Slide
Hoe maakt de mens gebruik van het milieu?
Slide 3 - Mind map
De mens is afhankelijk van het milieu
energie
voedsel water
zuurstof recreatie
grondstoffen
Slide 4 - Slide
Mensen zijn afhankelijk door...
Mensen beïnvloeden hun omgeving- Zuurstof uit de lucht
- Water uit bodem en rivieren
- Voedsel van planten (en dieren)
- Energie uit brandstoffen, wind, zon en water
- Grondstoffen
- Ontspanning
Slide 5 - Slide
De mens en ons milieu is een constante wisselwerking
En dat is niet altijd goed...
Slide 6 - Slide
Invloeden op het milieu
Slide 7 - Slide
Mondeling Examen Biologie
Je kunt de belangrijkste oorzaken en effecten noemen van de aantasting van natuur en milieu door:
• overbevolking
• bepaalde soorten afval
• het gebruik van bestrijdingsmiddelen
• het verkeer
• energiegebruik
(dit mede met gebruikmaking van de scheikundige benamingen.)
Slide 8 - Slide
Milieuproblemen
Vervuiling (plastic, smog, fijnstof)
Uitputting van de bodem, energiebronnen, etc.
Aantasting omgeving
Overbevolking
Verdwijnen biodiversiteit
Ontbossing
Klimaatverandering
Slide 9 - Slide
Concept 19 | Overbevolking (8.2, 8,3, 8,4)
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Klimaatverandering
Broeikaseffect: het tegenhouden van de warmte-uitstraling.
Versterkt broeikaseffect: door de verbranding van fossiele brandstoffen neemt de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer toe, hierdoor neemt de broeikaseffect toe.
Biodiversiteit neemt af.
Slide 12 - Slide
Afname van de biodiversiteit
Oorzaak: toename bevolking, toename gebruik water, toename gebruik grond voor landbouw en huizen en wegen, toename visserij
Gevolg:
uitsterven planten- en diersoorten
te weinig voedsel en medicijnen
Slide 13 - Slide
Bestrijdingsmiddelen
Biologische bestrijdingsmiddelen: inzetten van natuurlijke vijanden
Pesticiden: selectief en niet-selectieve varianten.
Accumulatie
Slide 14 - Slide
7.2 Voedselproductie
Slide 15 - Slide
Landbouw
Slide 16 - Slide
Soorten landbouw
Door het klimaat is Europa geschikt voor landbouw. Er zijn verschillende soorten landbouw.
akkerbouw veeteelt tuinbouw
Slide 17 - Slide
Voedingsgewassen
(akkerbouw & tuinbouw)
Landbouwhuisdieren
(veeteelt)
Slide 18 - Slide
Monocultuur
Slide 19 - Slide
Monocultuur
Een stuk grond waar maar één gewas op wordt verbouwt
Voordeel: snel en makkelijk
Nadeel: grote kans op een plaag
Plaag
Er zijn veel dieren van één soort die voedselgewassen aantast
Bestrijdingsmiddelen
Chemisch of biologisch
Slide 20 - Slide
Monoculturen
De grond wordt uitgeput
Slide 21 - Slide
Bodembewerking
Bemesting
blz 118
Slide 22 - Slide
Bemesting
Bemesting met stalmest en kunstmest: productieverhoging
Mineralen (nitraat + fosfaat) toevoegen
Nadeel: niet alle mineralen worden opgenomen en komen in het milieu terecht
Slide 23 - Slide
Bodembewerking
Ploegen/eggen
Meer zuurstof in de grond,
water kan beter de grond in
*niet-kerende grondbewerking
Het bodem leven wordt niet verstoord.
Slide 24 - Slide
Veredeling (planten)
Genetische modificatie
Slide 25 - Slide
Veredelen
Een veredelaar kruist planten met gunstige eigenschappen tot er planten uitkomen met een combinatie van deze gunstige eigenschappen
Goed tegen droge/zoute grond
Slide 26 - Slide
Genetische modificatie
Erfelijke eigenschappen worden veranderd.
Aardappels die worden gekweekt met bepaalde genen die als eigenschap hebben dat ze bestand zijn tegen ziektes en plagen
GMO
Bang voor transgene die een gevaar zijn voor de natuur.
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Krachtvoer --> voer met extra bouwstoffen
Intensieve veeteelt
Slide 29 - Slide
0
Slide 30 - Video
in-vitrofertilisatie
(ivf)
Kunstmatige inseminatie
(ki)
Slide 31 - Slide
7.3 Duurzame landbouw
Slide 32 - Slide
Gangbare landbouw
= intensief
=bio-industrie
veel voor weinig!
Grote kans op ziektes en plagen
Slide 33 - Slide
Bestrijding ziekten & plagen
Ziekte: bacterie, virus of schimmel
Plaag: insect of ander dier (ook konijnen, ganzen, etc.)
Bestrijdingsmiddelen: pesticiden
(niet selectief)
Problemen: resistentie, ophoping (bioaccumulatie) in voedselketen
Slide 34 - Slide
Vruchtverwisseling
Een boer plant nooit twee jaar achter elkaar hetzelfde gewas op een bepaald stuk grond.
Ziekteverwekkers verdwijnen uit de grond door deze afwisseling
Slide 35 - Slide
Natuurlijke bestrijding
In de natuur zoeken naar 'natuurlijke vijanden' van een plaag en die opkweken voor gebruik in de land- en tuinbouw
Slide 36 - Slide
Biologische landbouw
voldoende voedsel produceren met oog voor milieu en dierenwelzijn
Akkerbouw: geen kunstmest, vruchtwisseling en kleinere oppervlaktes
-> minder ziekten en plagen
Veeteelt: meer ruimte, geen preventieve antibiotica etc.
Slide 37 - Slide
Kringslooplandbouw
Alle grondstoffen en eindproducten worden hergebruikt in een kringloop
In tegenstelling tot gangbare landbouw
minder tot geen kunstmest nodig
Slide 38 - Slide
Precisielandbouw
Gebruik van speciale meetapparatuur
Per deel van de akker wordt bekeken wat de behoeft is.
Onnodig veel gebruik van bestrijdingsmiddel wordt voorkomen
Slide 39 - Slide
Verticale landbouw
Gewassen worden verbouwt in grote gebouwen (in verschillende lagen)