TaalCompleet A2 les 3.1

• NT2
• ISK

TaalCompleet A2 les 3.1

Familie in het buitenland

Opdracht 1: Bespreek samen

• Woont jouw familie in Nederland? Wie wel en wie niet?
• Bel je weleens via internet? Met wie bel je via internet? 

Opdracht 11: Wat hoor je?

1. Welke ... spreekt hij?
2. Tajik moet erg ... in Nederland. 
3.  Ik ... mijn familie. 
4. Mijn dochter is heel...

Opdracht 13 - Maak een zin met 'mailen'

Opdracht 13 - Maak een zin met 'missen'

Opdracht 13 - Maak een zin met 'slim'

Opdracht 13 - Maak een zin met 'welke taal'

Opdracht 13 - Maak een zin met 'binnenkort'

Opdracht 13 - Maak een zin met 'wennen aan'

Opdracht 15: Praat samen

Cursist A: vertel over je familie. Kijk in je boek voor voorbeelden.

Klaar? Dan vertelt cursist B over zijn familie. 

Allebei klaar? 

Dictee 3.1 - 1

Dictee 3.1 - 2

Dictee 3.1 - 3

Dictee 3.1 - 4

Dictee 3.1 - 5

Dictee 3.1 - 6

Dictee 3.1 - 7

Dictee 3.1 - 8