Week 3 B1a/B1e/B1h

Welkom!
Wat heb je nodig?
- Laptop + oplader
- Schrift
- Etui
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Wat heb je nodig?
- Laptop + oplader
- Schrift
- Etui

Slide 1 - Slide

Portfolio
Meteoriet 'Black Beauty' ontdekt: mogelijk bewijs van leven op Mars

Slide 2 - Slide

Terugblik
- Heb je je poster af?
- Is het gelukt met je stripverhaal?

Slide 3 - Slide

Wat leer je deze week?

- Ik kan een gebeurtenis samenvatten
- Ik weet wat beoordelingswoorden zijn
- Ik kan mijn mening over een hoofdpersonage geven en onderbouwen aan de hand van beoordelingswoorden




Slide 4 - Slide

Personages
- Hoofdpersonen
- Bijpersonen
- Achtergrondpersonen

Slide 5 - Slide

De hoofdpersoon

De belangrijkste persoon in een verhaal. Zij moeten vaak een probleem oplossen. 


Van hem of haar kom je heel veel te weten:

- wat voor karakter ze hebben: slim, jaloers, eigenwijs etc.:

- hoe ze eruit zien (uiterlijk): kleur haar, soort kleding, etc.:

- wat ze denken en voelen;

- hoe ze met problemen omgaan.




Slide 6 - Slide

Bijpersonen


Zij zijn noodzakelijk in het verhaal, maar spelen geen grote rol.  Ze zijn dus vaak belangrijk voor bepaalde delen van het verhaal. 

Slide 7 - Slide

Achtergrond-personen

Zij zijn bedoeld als 'opvulling'.
Ze hebben geen speciale rol in het verhaal.

Slide 8 - Slide

Beschrijven van personages

- Uiterlijk
- Innerlijk (karakter)

Slide 9 - Slide

Uiterlijk van personages
Als je het uiterlijk van personages in verhalen wilt omschrijven, kun je denken aan:
  • kleur en lengte van het haar
  • soort kleding
  • huidskleur


Slide 10 - Slide

Karakter (innerlijk) van personen

Als je het karakter van personages in verhalen wilt omschrijven, omschrijf je zijn of haar eigenschappen. Denk bijvoorbeeld aan:

geduldig - ongeduldig   
aardig - gemeen
slim - dom
netjes - slordig
verlegen - brutaal

Slide 11 - Slide

Wat ga je deze week doen? 
Je beantwoordt de vragen uit de opdrachten in je schrift en schrijft een korte tekst waarin je jouw mening geeft over een belangrijke keuze die de hoofdpersoon maakt in het boek. Was het volgens jou een goede keuze of juist niet? 

Slide 12 - Slide

Opdracht 1
Kies een moment (100-150 woorden)
Kies een belangrijk moment in het boek waarin de hoofdpersoon een beslissing neemt en beantwoord de vragen:
- Beschrijf de gebeurtenis: wat gebeurt er?
- Wat doet de hoofdpersoon? Helpt hij iemand of juist niet?
- Durft hij/zij iets te doen of niet?
- Maakt hij/zij een keuze die veel gevolgen heeft?

Slide 13 - Slide

Opdracht 2
Geef je mening (50 woorden)
Leg uit wat je van die keuze van de hoofdpersoon vindt en beantwoord de vragen:
- Was het slim, moedig, egoïstisch of misschien onnodig?
- Waarom denk je dat? Gebruik een voorbeeld uit het verhaal.

Slide 14 - Slide

Opdracht 3
Jouw keuze (100 woorden)
Leg uit of jij dezelfde keuze zou hebben gemaakt en beantwoord de vragen:
- Hoe zou jij het hebben aangepakt als jij een keuze moest maken?
- Zou je het anders doen of hetzelfde? Waarom?

Slide 15 - Slide

Aan de slag!

1. Lees een van de verhalen
2. Beantwoord de opdrachten in je schrift
(3. Zet de opdrachten in een Word-bestand)

Slide 16 - Slide